Nevels, sterrenstelsels en sterclusters uit de Messier-catalogus
Ik heb een wetenschappelijke interesse ontwikkeld, waarin ik me al ruim 25 jaar intensief verdiep met zelfstudie. Hiermee wil ik de oorsprong en ontwikkeling van alles in - en - om - ons - heen zo veel mogelijk op een intensieve manier benaderen. Ik raadpleeg hiervoor betrouwbare wetenschappelijke bronnen.
Deze zijn o.a.
Nasa's Explore- The Night Sky // APOD // In the sky.org. // Hubble site //Alles over Sterrenkunde // Scientias // ESO // Astroblogs // Aljevragen scheikunde en biologie // Biodoen.nl // Biologielessen.nl // KB Biologie // Natuurinformatie
Inhoudsopgave
Charles Messier
Charles Messier, een Franse astronoom uit de 18e eeuw, had één passie: het vinden van kometen. Bij zijn zoektocht kwam hij veel objecten tegen die niet bewogen en dus geen kometen konden zijn: wat hij ontdekte waren sterhopen en nevels. Daarom besloot hij een lijst te maken van al deze objecten. Zo had hij een overzicht bij de hand van nevels en sterhopen die bij het zoeken naar kometen verwarrend zouden kunnen werken.
Zijn lijst van 103 objecten publiceerde hij in 1794. Het was dus eigenlijk de eerste nevel- en sterhopencatalogus. Van de 103 objecten die in zijn catalogus voorkomen heeft hij er zélf 61 ontdekt. Deze objecten gaf hij een nummer en zo ontstond de Messier-catalogus, die bestaat uit 110 objecten.
Dus niet alle objecten zijn door Messier zelf ontdekt. Hij bestudeerde verslagen van veel van zijn voorgangers en controleerde die vervolgens. Astronoom Pierre Méchain, die samen met de Messier werkte, ontdekte bijna de helft van de objecten van de Messier-catalogus. Méchains' eerste ontdekking was het spiraalvormige sterrenstelsel M63. Ook de laatste zeven "nevels" zijn ontdekt door Méchain, uitgezonderd M 110, die Messier zelf heeft ontdekt. M110, het satellietstelsel van het grote Andromedastelsel, heeft hij echter slechts beperkt tot het tekenen ervan op zijn schema's van de "Grote Nevel van Andromeda".
Lees meer over deze astronoom: Kuuke.nl/wie-was-charles-Messier
Sterren staan op afstanden van enkele tot wel duizenden en zelfs miljoenen lichtjaren. Maar hoe worden die afstanden bepaald? De gemakkelijkste manier om een afstand tot een ster te bepalen is uit het spectrum van de ster te weten te komen hoe helder de ster in werkelijkheid is en vervolgens te meten hoe groot de schijnbare helderheid, gezien vanaf de Aarde is. Uit het verschil tussen de helderheden kan dan vrij eenvoudig de afstand worden berekend. Er zijn meerdere methoden en ik wil er nog één noemen: De Cepheïden-methode, ontdekt in 1912 door de Amerikaanse astronome Henrietta Leavitt.
Cepheïden zijn zeer heldere sterren (1000 - 10000 keer zo helder als de Zon) die pulseren, dat wil zeggen groter en kleiner worden met een regelmatige periode. Bij dit pulseren verandert niet alleen de diameter van de ster, maar ook zijn lichtkracht en oppervlaktetemperatuur, dus het kleurenspectrum. We zien deze sterren dus langzaam 'knipperen' aan de hemel, met een periode die meestal tussen de 1 en 80 dagen ligt. Op die manier ontdekte Leavitt dat er een verband bestaat tussen de pulsatieperiode en de absolute (gemiddelde) lichtkracht van een Cepheïde: hoe langer de periode, des te groter is de werkelijke lichtkracht van de ster. De eerste keer dat Cepheïden werden ontdekt was in 1780, en veranderlijke sterren al eerder, rond 1600.
In-the-sky data/catalogue Messier
Wanneer je op een Messier object klikt, zie je in een venster meteen waar die staat op dit moment.
Messier1 De Krabnevel
Messier 1 ook bekend als de 'Krabnevel', is een restant van een ster die explodeerde als een Supernova in het jaar 1054. De Supernova was 23 dagen lang overdag zichtbaar en viermaal helderder dan de planeet Venus. Men kon de Supernova met het blote oog waarnemen aan de nachtelijke hemel gedurende ongeveer twee jaar voordat hij minder helder werd. NGC 1952
Wat we vandaag zien van dit object is het gasachtige materiaal uitgestoten door de ontplofte ster. Dit materiaal verplaatst zich van het centrum weg met een snelheid van 1 800 km/sec over een grootte van ongeveer 10 lichtjaar. In de kern van de supernova bevindt zich een neutronenster of pulsar, die dertig maal per seconde om zijn as draait. De Krabnevel bevindt zich op een afstand van 6.500 lichtjaar van de aarde in het sterrenbeeld Stier (Taurus).
Messier 2 is een omvangrijke bolvormige sterrenhoop in het sterrenbeeld Waterman. Hoewel Messier het oorspronkelijk beschreef als een nevel zonder sterren, bedraagt de populatie ongeveer 150.000. Op ongeveer 37.000 lichtjaar afstand is deze oude bewoner van de Melkweg 13 miljard jaar oud. De sterrenhoop werd in 1746 ontdekt door de Franse astronoom Jean-Dominique Maraldi terwijl hij een komeet observeerde. M2 heeft een diameter van meer dan 150 lichtjaar.(oja: één lichtjaar is om en nabij 10.000 miljard km....) NGC 7089
In de ijle halo van onze Melkweg bevinden zich de bolvormige sterrenhopen. Een halo is een bolvormig uitspansel die een sterrenstelsel omhuld en wordt naar buiten toe steeds ijler.
Bolvormige sterrenhopen vinden hun oorsprong in het ontstaan van ons eigen melkwegstelsel, dat van binnenuit ontstond. Daarom zijn deze bolhopen terug te vinden in de richting van het centrum van onze Melkweg, dat zich bevindt op een afstand van ruim 25.000 lichtjaar vanaf de Aarde.
De Melkweg had in z'n beginperiode, zo'n 13 miljard jaar geleden!!, een bolvormige structuur, maar na verloop van tijd begon deze bolvormige gaswolk in te krimpen waardoor een platte schijf ontstond. Naarmate deze schijf platter werd bevonden er zich resten van gas en stof rondom het jonge sterrenstelsel en deze resten krompen op hun beurt in waarna uiteindelijk de bolvormige sterrenhopen zijn ontstaan.
Over het algemeen zijn de objecten in de halo zeer oud. De gemiddelde leeftijd van de sterren in bolvormige sterrenhopen is meer dan 13 miljard jaar, weinig jonger dan het heelal zelf! Ze bestaan uit een enorm aantal sterren in een bolvormig systeem, waarbij naar het centrum toe zich de meeste sterren bevinden die zeer dicht bij elkaar staan
In het centrum van de Melkweg bevindt zich een supermassief Zwart gat, Sagittarius A*. Dit gebied met een alles overtreffende zwaartekracht, gloeit wanneer het materie in zijn omgeving opslokt. Wanneer materie door een zwart gat verorbert wordt , komt er gigantisch veel energie vrij: röntgenstraling, infrarood- en radiostraling, én bovendien het hele zichtbare spectrum. Door die energie, die dan 'kortstondig' vrijkomt, fluctueert de helderheid van het centrum van ons sterrenstelsel
Open sterrenhopen kunnen slechts enkele sterren bevatten maar soms ook uit honderden sterren die allemaal op hetzelfde ogenblik zijn ontstaan uit dezelfde moleculaire wolk. Open sterrenhopen zijn meestal zeer jong (in astronomische termen) en bestaan dus uit zeer hete en heldere sterren waardoor deze sterrenhopen goed zichtbaar zijn. Aangezien alle sterren hiervan op hetzelfde moment zijn ontstaan uit dezelfde gaswolk, zullen ze dus ook dezelfde chemische samenstelling hebben, maar verschillen wél van elkaar doordat hun massa's verschillen.
Messier 3 is een bolvormige sterrenhoop met een diameter van 223 lichtjaar, de kern is echter maar 11 lichtjaar. Het is de eerste 'originele' ontdekking door Charles Messier in 1764. Deze bolhoop staat in het sterrenbeeld Jachthonden op een afstand van bijna 34.000 lichtjaar. M3 bestaat uit ongeveer 500.000 sterren en is één van de grootste bolhopen. NGC 5272
Messier 4 is de meest nabije bolvormige sterrenhoop in het sterrenbeeld Schorpioen op een afstand van 7500 lichtjaar en een leeftijd van 13 miljard jaar. In M4 is een pulsar gevonden die een periode heeft van maar 3 milliseconden. Deze pulseert hiermee tien keer zo snel als die in de Krabnevel. NGC 6121
Messier 5 is een bolvormige sterrenhoop ontdekt in 1702 door de Duitse astronoom Gottfried Kirch. Met een geschatte leeftijd van 13 miljard jaar is M5 ook een van de oudste bolhopen die rond ons sterrenstelsel heen draait. De afstand is berekend op zo'n 24.500 lichtjaar en de hoop bevat zo'n 500 000 sterren. NGC 5904
Messier 6 is het Vlindercluster en is een open sterrenhoop op een afstand van 1600 lichtjaar. Op kleurenfoto's van de cluster vormt deze oranje ster een mooi contrast met de andere, blauwe sterren van de sterrenhoop. NGC 6405
Messier 7 wordt het Ptolemaeuscluster genoemd, voor het eerst waargenomen in het jaar 130 na Chr. door de Griekse astronoom en wiskundige Claudius Ptolemaeus. M7 is een open sterrenhoop op een afstand van 900 lichtjaar en heeft 'n leeftijd van 220 miljoen jaar.....ongeveer de omlooptijd van het zonnestelsel rond het Melkwegcentrum. NGC 6475
Messier 8 Lagunenevel is een emissienevel in het sterrenbeeld Boogschutter op een afstand van 5200 lichtjaar. De nevel werd in 1654 ontdekt door de Italiaanse astronoom Giovanni Battista Hodierna, die net als Charles Messier vage objecten aan de nachtelijke hemel wilde catalogiseren, zodat ze niet voor kometen zouden worden aangezien. Een emissienevel is een gigantische wolk van geïoniseerd gas (zoals een plasma) dat licht uitstraalt in diverse kleuren. NGC 6523
Het centrum van de Lagunenevel is een wervelwind van spectaculaire stervorming. Zichtbaar nabij het midden van de afbeelding zijn minstens twee lange trechtervormige wolken, elk ruwweg een half lichtjaar lang. Deze werden gevormd door extreme sterwinden en intens hoog-energetisch sterlicht van de fel verlichtende ster Herschel 36, die als het ware de omringende gas- en stofwolken wegduwen. Deze geweldig heldere ster verlicht het hele centrale gebied.
Messier 9 is een bolvormige sterrenhoop op een afstand van 25.800 lichtjaar en is slechts 5500 lichtjaar verwijderd van het centrum van de Melkweg! NGC 6333
Messier 10 is eveneens een bolvormige sterrenhoop op een afstand van 14.300 lichtjaar en meet ongeveer 83 lichtjaar in diameter.
NGC 6254
Messier 11 of 'Wilde eendcluster' is een open sterrenhoop op een afstand van 6000 lichtjaar. De sterrenhoop bestaat uit slechts 3000 sterren. NGC 6705
Messier 12 is een bolvormige sterrenhoop op een afstand van 14.000 lichtjaar. NGC 6218
Messier 13 of de grote Herculesbolhoop is een bolvormige sterrenhoop in het sterrenbeeld Hercules. NGC 6205
Het is een van de helderste bolhopen van het noordelijk halfrond en is in 1714 ontdekt door de astronoom Edmond Halley, 50 jaar eerder dan Charles Messier. In 1682 zag Edmond Halley de naar hem genoemde komeet van Halley. Deze sterrenhoop is in 1974 het doel geweest van een van de radioberichten die vanaf de Arecibo-radiotelescoop in Puerto Rico zijn uitgezonden aan mogelijke buitenaardse beschavingen.
Een Bericht van De Aarde (APOD 3 - 5 - 2020)
Het hierboven weergegeven bericht werd in 1974 vanaf Aarde verzonden in de richting van de bolvormige sterrenhoop M 13.
Tijdens de inwijding van de Arecibo Radiotelescoop — nog steeds één van de grootste schotelantennes ter wereld — werd een reeks éénen en nullen verstuurd die het bovenstaande diagram representeren. Deze poging tot buitenaardse communicatie was hoofdzakelijk ceremonieel — de mensheid zendt onbedoeld continu radio, televisie en militaire radarsignalen de ruimte in. Zelfs als dit bericht ontvangen zou worden is M 13 zó ver weg, dat we bijna 50.000 jaar zouden moeten wachten op een antwoord. Het bovenstaande bericht bevat een paar eenvoudige feiten over de mensheid en haar kennis: van links naar rechts zijn dat (van boven naar beneden gelezen) de getallen 1 tot en met 10, atomen zoals waterstof en koolstof (in paars), enkele voor Aards leven interesante moleculen (in groen), DNA (de witte streng waarrond een blauwe dubbele spiraal loopt), een mens (het rode poppetje) met beschrijving, enige basisinformatie betreffende ons zonnestelsel (het gele vierkant is de Zon, en daarnaast van links naar rechts de (toendertijd) negen planeten; de derde planeet, de Aarde, wordt benadrukt door net een blokje boven de rij te zijn geplaatst), en basisinformatie over de telescoop die het bericht verzonden heeft (in paars). Er zijn op dit moment verschillende speurtochten naar buitenaards intelligent leven aan de gang, waaronder één waaraan je met je eigen computer kunt bijdragen.
Messier 14 is een bolvormige sterrenhoop op een afstand van 13.300 lichtjaar. De totale lichtkracht van deze sterrenhoop staat gelijk aan 400.000 keer die van de zon!! In 1964 werd ontdekt dat er in de sterrenhoop een nova had plaatsgevonden. Hierbij blaast de ster zijn buitenste gaslaag de ruimte in. Door deze uitbarsting wordt de helderheid van de ster tien duizend tot honderdduizend keer zo groot. NGC 6402
Messier 15 is een bolvormige sterrenhoop op een afstand van 33.600 lichtjaar. M15 is een bijzonder compacte bolhoop die een zogenaamde core collapse heeft ondergaan, hetgeen resulteert in een zeer dicht opeengepakt centrum met een mogelijk zwart gat. Er zijn minstens 9 pulsars in deze zeer compacte sterrenhoop. NGC 7078
Messier 16 The Eagle Nebula, de Adelaarnevel, is zoals alle nevels, een stervormingsgebied. Deze gigantische gas-en stofwolk is te vinden in het sterrenbeeld Serpens nabij Boogschutter. Zulke stofwolken worden zichtbaar als donkere gebieden in een sterrenrijke voor- en achtergrond. Het stof in de stofwolken is zeer koud, slechts een tiental graden boven het absolute nulpunt van -273°C (0°Kelvin). De stofkorreltjes in de donkere wolken bestaan voornamelijk uit silicaten ('zandkorreltjes') en koolstof ('roetkorreltjes') met een dun laagje ijs eromheen. De stofkorrels hebben doorsneden van ongeveer een tiende micrometer (μm =micron of mu. 1μm = 'n duizendste mm)
Behalve het stof is er natuurlijk, zoals overal in het universum, veel waterstof en helium in gasvorm. In feite bestaat een stofwolk voor 99% uit gas en slechts voor 1% uit stofkorreltjes. Maar het stof absorbeert het licht zodanig dat het donkere stof het meest opvalt. NGC 6611
De Adelaarnevel is een emissienevel in het sterrenbeeld Slang omgeeft de jonge open sterrenhoop NGC 6611 en staat op een afstand van 7000 lichtjaar. Het aanwezige gas en stof in de nevel wordt door de sterrenhoop verhit, en zorgt ervoor dat dit gas en stof energie opneemt dat vervolgens weer wordt vrijgegeven door het uitzenden van straling (emissie betekent straling).
De alles verlichtende sterrenhoop is ongeveer 5,5 miljoen jaar oud en heeft een afmeting van ca. 15 lichtjaar, terwijl de nevel zich over 70 bij 55 lichtjaar uitstrekt. De “Vingers” op de foto bestaan uit waterstofwolken en zijn de broedplaats van nieuwe sterren. Deze vingers worden ook wel de “Pillars of Creation” (“Pilaren der Schepping”) genoemd.
EGG's is een bijzondere en toepasselijke afkorting voor dit opmerkelijke stervormingsproces: sterren komen als eieren uit de samentrekkende en verhitte gas en stofwolken tevoorschijn!
Messier 17 de Zwaannevel of ook wel de Omeganevel is een emissienevel in het sterrenbeeld Boogschutter op een afstand van 5500 lichtjaar. NGC 6618
De diepe, groothoekafbeelding van dit extreem wijde gas- en wolkenlandschap toont bovenin de verlichte M16 en onder de eveneens fel verlichte M17. Het overvloedig aanwezige rode atomaire waterstofgas bestaat uit waterstofmoleculen (H2) en heeft een zeer lage temperatuur.
Messier 18 is een open sterrenhoop eveneens als M17 in het sterrenbeeld Boogschutter. NGC 6613
Messier 19 is een bolvormige sterrenhoop bevindt zich vrij dicht bij het centrum van ons melkwegstelsel (5200 lichtjaar) en op zo'n 28.000 lichtjaar van de Aarde. NGC 6273
Messier 20 Trifidnevel in het sterrenbeeld Boogschutter (Sagittarius) op een afstand van 9000 lichtjaar, maar de schattingen lopen uiteen...... De naam 'Trifid' is gegeven door de drie lobben waarin de nevel verdeeld lijkt te zijn. NGC 6514
De close-up beelden tonen een dichte wolk van stof en gas, met een omvang van 8 lichtjaar, dat is een kraamkamer vol embryonale sterren. Je ziet hier ook het EGG's proces als in M16 de Adelaarsnevel.
Messier 21 t/m Messier 26 zijn sterrenhopen
Messier 27 de Halternevel is een planetaire nevel onder het herkenbare circumpolaire sterrenbeeld Cassiopeia, de vorm van een W. Over de afstand liggen de schattingen tussen de 490 en 3500 lichtjaar. De naam 'planetair' heeft enkel te maken met de uiterlijke vorm van een immens grote planeet. Een planetaire nevel ontstaat als een ster tijdens haar laatste levensfase een veelkleurige gasnevel uitstoot. De zon zal mogelijk eindigen als een Rode Reus-ster (zoals Betelgeuse op dit moment in het sterrenbeeld Orion) en daarna worden tot een planetaire nevel als over vijf tot zes miljard jaar de brandstof op is. NGC 6853
Messier 28 is een bolvormige sterrenhoop op een afstand van ongeveer 18 000 lichtjaar, dus behoorlijk richting Melkwegcentrum, 27.000 lichtjaar van de Aarde. NGC 6626
Messier 29 is een open sterrenhoop in het sterrenbeeld Zwaan (Cygnus) op een afstand van 6000 lichtjaar. NGC 6913
Als sterrenhoop is M29 vergelijkbaar met de Pleïaden: er was ook ooit een nevel rondom dit cluster. De Pleïaden staan wel even ietsje dichterbij: op 440 lichtjaar. De diameter van M29 bedraagt naar schatting 11 lichtjaar en kent tussen de 20 en 50 sterren.
Messier 30 is een bolvormige sterrenhoop in het sterrenbeeld Steenbok (Capricornus). NGC 7099
Dit is ons dichtst bijzijnde sterrenstelsel met het blote oog te zien op een afstand van 2,5 miljoen lichtjaar.
Messier 31 is een spiraalvormig sterrenstelsel, in het sterrenbeeld Andromeda. Het stelsel heeft dezelfde vorm als ons eigen sterrenstelsel, maar is met een diameter van 180.000 lichtjaar wel een stuk groter. Met de grootste telescopen kunnen we in dit stelsel alleen maar de helderste sterren waarnemen. Een ster met de grootte van onze eigen Zon kunnen we er niet in zien, die is veel te klein. Er wordt geschat dat het stelsel zo'n 300 miljard sterren bevat, maar dat is hoogstwaarschijnlijk behoorlijk onderschat. Het fel verlichte centrale bevat 90% van alle massa en bestaat voornamelijk uit rode en gele sterren, ook wel Populatie II genoemd. Oude sterren, die voornamelijk uit waterstof en helium bestaan, noemt men Populatie II-sterren. Ruwweg kun je zeggen dat oranje en rode sterren koel zijn - hun oppervlaktetemperatuur bedraagt drie- à vierduizend graden. Gele en geelwitte sterren zoals de zon zijn heter: circa zes- à achtduizend graden. Witte en blauwwitte sterren zijn het heetst: hun oppervlaktetemperatuur ligt tussen de tien- en vijftienduizend graden. Het centrum heeft een diameter van 12.000 lichtjaar en is vrij van gas en stof. In de spiraalarmen vindt men voornamelijk sterren van Populatie I (jonge, blauwe sterren). De echte kern van Messier 31 meet 'slechts' 20 lichtjaar in diameter (1,6"x1,0" vanop Aarde). In deze omgeving bevinden zich meer dan tien miljoen sterren waardoor men vermoed dat de kern uit één grote bolvormige sterrenhoop bestaat. Messier31 staat ook bekend als een radiobron. Het sterrenstelsel staat op een afstand van ongeveer 2 250 000 lichtjaar van de Aarde. Onze ster, de Zon, zou in het sterrenstelsel een lichtpuntje zijn van magnitude 29 en zou hierdoor onvindbaar zijn tussen de 300 miljard andere sterren. NGC 224
Het Andromedastelsel is met het blote oog te zien als een wazig vlekje, daarom is het zeker dat oude beschavingen deze vlek aan de hemel reeds hadden opgemerkt. De eerste geschreven beschrijving van het sterrenstelsel is te vinden in het boek 'De Vaste Sterren' van de Perzische astronoom Abd-al-Rahman Al Sufi. Dit boek dateert uit het jaar 964, en het Andromedastelsel wordt beschreven als een kleine wolk.
De eerste telescopische waarneming dateert uit 1612 van Simon Marius. Hij beschreef het in zijn boek 'Mundus Jovialis' als 'een witte, zwakke en onregelmatige wolk'. Pas in 1664 werd het sterrenstelsel nog eens waargenomen, deze keer door Bullialdus, tijdens zijn zoektocht naar een komeet! Nog eens vele jaren later, in 1730 werd M31 beschreven als 'de verblijfplaats van God en Heiligen'. Op 3 augustus 1764 nam Charles Messier het object waar en nam hem op in zijn lijst. Hij beschreef het object als 'een mooie spoelvormige nevel zonder sterren'.
De bekende astronoom William Herschel vond M31 prachtig, maar slaagde er niet in om de ware aard van M31 te ontdekken. De astronoom T. Webb was de eerste die een stoflaan kon waarnemen met zijn 130 mm refractor. Halley, de ontdekker van komeet Halley, beschreef in 1715 het stelsel als een zeer uitgestrekt, diffuus licht dat op eigen kracht straalt.
De bekende sterrenkundige Camille Flammarion veronderstelde 100 jaar later, dat M31 samen met onze Melkweg en al die andere nevels zich 'op miljoenen jaren afstand van elkaar bevonden'. Hij was echter wel verkeerd toen hij veronderstelde dat M31 een planetenstelsel in wording was. Ruim 100 jaar eerder, in 1755, had Immanuel Kant M31 beschouwd als een extragalactisch object.
De eerste foto van M31 werd gemaakt door Isaac Roberts op 1 oktober 1888. Op de foto is een helder centrum te zien met ovaalvormige nevelstructuren er rond, evenals verschillende donkere stoflanen. Roberts gaf er wel een verkeerde interpretatie aan: hij zag een heldere ster met er rond planeten in wording.
In 1898, was de astronoom Meyer dicht bij de waarheid toen hij zei dat M31 een spiraalnevel is net zoals M51 in Canes Venatici. Echter hij dacht aan een gloeiende wolk van stof, en niet aan sterren. In 1910 deed TJ See een zeer gewaagde uitspraak voor die tijd; hij beweerde dat M31 een miljard keer groter was dan ons zonnestelsel. Nu weten we dat hij er nog eens een miljard keer naast zat.
In 1885 verscheen er een supernova in het Andromedastelsel. Deze zogenaamde 'nieuwe ster' werd ontdekt op 17 augustus en gecatalogiseerd onder de naam S Andromedae.
In de jaren 1923 en 1924 ontdekte Edwin Hubble met de 250 cm telescoop op Mount Wilson een 50tal Cepheïden waaruit hij afleidde dat de M31 op 900.000 lichtjaar lag. Dit was een zeer belangrijke ontdekking in de astronomie omdat men nu voorgoed wist dat M31 en andere nevels, sterrenstelsels net zoals onze Melkweg op enorm veel lichtjaren afstand stonden.
In de jaren '50 van vorige eeuw bepaalde Walter Baade met de 5 meter telescoop op Mount Palomar de afstand tot M31 op 2,5 miljoen lichtjaar, een afstand die door huidige astronomen algemeen aanvaard wordt.
Diezelfde astronoom, Walter Baade, slaagde er in de jaren ‘40 in, om binnen het centrale deel van M31 afzonderlijke sterren te ontdekken (door de oorlog werden de lichten in Los Angeles elke nacht gedoofd.....).
In 1955 ontdekte hij eveneens een vijftal planetaire nevels van magnitude 22 niet ver van het centrum van het Andromeda-stelsel. (Magnitude: hoe groter de helderheid, hoe kleiner het magnitudegetal). Er zijn ook tal van bolvormige sterrenhopen en emissienevels ontdekt in M31 op fotografische platen. Men is er zelfs in geslaagd om met de 5-meter telescoop van Mount Palomar enkele van die bolhopen waar te nemen...In het totaal zijn er reeds een 450tal van deze bolhopen ontdekt, terwijl we er in onze Melkweg maar een 180-tal kennen. Recentelijk werd ontdekt dat deze halo rond M31 drie maal groter is dan voordien gedacht. Bron: Spacepage
Korte geschiedenis ontdekking van het Andromedastelsel.
De eerste foto van M31 gemaakt door Isaac Roberts in 1888
De verre toekomst van twee versmeltende Sterrenstelsels.
De Melkweg en het Andromedastelsel razen met een snelheid van 'n half miljoen kilometer per uur op elkaar af en zullen over ruim 4 miljard jaar met elkaar in een 'samenvloeiingsballet' komen. Dit adembenemende schouwspel zullen we helaas nooit te zien krijgen, hoewel.......
Messier 32 is een compact elliptisch satellietstelsel van het Andromedastelsel. NGC 221
Een elliptisch sterrenstelsel heeft de vorm heeft van een ellips (bol- of lensvormig) en heeft geen spiraalarmen net als onze Melkweg. De oorzaak van het ontstaan van elliptische sterrenstelsels is waarschijnlijk het botsen en samensmelten van kleinere stelsels. In de meeste heeft er recentelijk geen stervorming plaatsgevonden. Elliptische sterrenstelsels komen vooral voor in de binnendelen van clusters van sterrenstelsels.
Messier 33 The Triangulum Galaxy (Driehoeknevel) is een spiraalvormig sterrenstelsel op een afstand van 3 miljoen lichtjaar. Het sterrenstelsel nadert met een snelheid van 182 km/s onze Melkweg en is net als M32 en M110 door middel van zwaartekracht aan het Andromedastelsel gebonden. M33 heeft een diameter van ruim 50.000 lichtjaar. NGC 598
Messier 34 t/m Messier 39 zijn open sterrenhopen
Messier40 ook wel Winnecke 4, ook wel is de aanduiding van een tweetal sterren in het sterrenbeeld Grote Beer. Deze is niet in de NGC-catalogus opgenomen.
Messier 41 is opnieuw een sterrenhoop met een honderdtal sterren. NGC 2287
Messier 42 de Orionnevel NGC 1976
Messier 42, waarvan wordt aangenomen dat het 't kosmische vuur van de schepping is voor de Maya's, schittert helder in het sterrenbeeld Orion. Deze stellaire kwekerij is in de geschiedenis van de mensheid in veel verschillende culturen bekend geweest. De nevel is slechts 1500 lichtjaar van de Aarde verwijderd, die vanwege z'n helderheid en prominente locatie net onder de gordel van Orion, kan worden gezien met de met het blote oog en wordt 't best waargenomen in januari.
Het hoofdbestanddeel van deze nevel is waterstof, verder bestaat de gas-en stofwolk uit helium, koolstof, zuurstof, stikstof, zwavel, neon, chloor, argon en fluor. Deze gigantische nevel is maar liefst 20.000 maal groter dan ons zonnestelsel.
De gelijkenis van de Maya-cultuur met een kosmisch scheppingsvuur is zeer toepasselijk. De nevel is een enorme stof- en gaswolk waar enorme aantallen nieuwe sterren ontstaan. De heldere, centrale regio is de thuisbasis van vier massieve, jonge sterren die de nevel verlichten. De vier forse sterren worden het trapezium genoemd omdat ze in een trapeziumpatroon zijn gerangschikt. Ultraviolet licht dat door deze sterren wordt losgelaten, dampt een holte in de nevel uit en belemmert daarmee de groei van honderden kleinere sterren. Dit centrale deel heeft een doorsnede van 5 tot 6 lichtjaar.
Messier 42 werd voor het eerste echt beschreven door de Franse sterrenkundige en geleerde Nicolas-Claude Fabri de Peiresc die het object in november 1610 ontdekte. De eerste waarnemingen van de sterren van de Trapeziumcluster zijn dan weer van Galileo Galilei in 1617. De astronoom Halley zag een aantal sterren, omringd door een diffuse vlek op de achtergrond en Guillaume Le Gentil beschreef het object net zoals Halley en vergeleek het met de 'open klauwen van een dier'.
Messier 43 De Mairans Nebula maakt eigenlijk deel uit van de Orionnevel: het staat er boven/voor en wordt van de Orionnevel gescheiden door een donkere band van interstellair stof. Het is alsof een enorm ruimtelijk wezen de Orionnevel wegduwt. De verlichte nevel is in 1731 al beschreven door Jean-Jacques Dortous de Mairan. NGC 1982
Messier 44 Praesepe (Kribbe of Bijenkorf) is een open sterrenhoop in het sterrenbeeld Kreeft op een afstand van 577 lichtjaar. NGC 2632
Messier 45 De Pleïaden
De Pleïaden, de beroemdste stercluster die we kennen, zijn te zien zonder verrekijker zélfs vanuit het drukke centrum van een door lichtvervuilde stad. De Pleïaden, die ook bekend staan als het Zevengesternte is één van de helderste en dichtstbijzijnde open sterclusters. De Pleiaden cluster bevat meer dan 3000 sterren, staat ongeveer 400 lichtjaar van ons vandaan, en meet slechts 13 lichtjaar in doorsnede. De leeftijd van de Pleïaden wordt geschat op 100 miljoen jaar. Is niet opgenomen in de NGC-catalogus.
Met het blote oog zijn meestal maar zes sterren te zien; Pleione, Asterope en Celaeno zijn vrij zwak. Met een verrekijker zie je al veel meer sterren, en met grote telescopen zie je er maar liefst ’n vijfhonderdtal, verspreid over een gebied van ongeveer zeven lichtjaar.
Als er met het blote oog maar zes sterren van de sterrenhoop zijn te zien, waarom spreken we dan van het Zevengesternte? Rond 1780 v.Chr. noemden Hindoe-astrologen de sterrengroep 'Krittika'. Dat wijst op het getal zes. De Krittikas waren namelijk de zes voedsters van Skanda, de god van de oorlog. Skanda nam een verschijningsvorm met zes hoofden aan, teneinde verzekerd te zijn van een betere voeding. Ook de vroege Kopten hadden het over 'hexastron', ofwel zes sterren. Pas de oude Grieken en Romeinen spraken over 'zeven zusters': de zeven dochters van Atlas en Pleione. Zij heetten Alcyone, Taygeta, Maia, Merope, Asterope, Electra en Celaeno. Om ze aan de achtervolging door de geweldige jager Orion te onttrekken, werden ze door de goden eerst in duiven veranderd en vervolgens als sterren aan de hemel geplaatst. Bron: Astronet
Atlas is de vader van de Zeven Zusters en de op één na helderste ster van de open sterrenhoop. Atlas bevindt zich zo'n 381 lichtjaar van de Aarde. Het is een drievoudig stersysteem waarvan de individuele componenten te dicht bij elkaar staan om te kunnen onderscheiden.
Pleione is een dubbelster die zich bevindt op een afstand van 392 lichtjaar. De ster kan zonder hulp van een verrekijker lastig worden gezien, omdat Pleione heel dicht bij Atlas staat die bijna 4 keer zo helder is. De ster is beduidend kleiner dan de overige sterren van de sterrenhoop, is ongeveer 190 maal zo helder als de Zon en draait met een snelheid van 329 km/sec om zijn as..!!! Rotatiesnelheid Zon:1,997 km/s
Alcyone is een dubbelster die om elkaar heen draaien en is daardoor de helderste van het Zevengesternte. De hoofdcomponent is een reuzenster die 2.400 maal zo helder is als onze Zon en tien keer de straal heeft van onze Zon. Alcyone bevindt zich op een afstand van 370 lichtjaar. De ster draait met een snelheid van 215 km/sec om haar as, hetgeen erg snel is!!
Merope is 4.5 keer zo zwaar als de Zon, heeft een straal van vier keer de straal van de Zon en is 630 keer zo helder: een subreus dus!! De ster bevindt zich op een afstand van 360 lichtjaar. Merope is de centrale ster in de Merope Nevel. Dit is een nevel waar de Pleïaden momenteel doorheen trekken (duidelijk te zien op de afbeelding). De nevel lijkt rond Merope het helderste te zijn, daarom draagt de nevel de naam van de ster.
Electra is een reuzenster en in helderheid de derde ster in de Pleïaden. De ster bevindt zich op een afstand van 600 lichtjaar. Ook Elektra draait snel om zijn as: de snelheid bedraagt 181 km/sec. Door de snelle rotatie verliest de ster ook materie die als een schijf van gas de ster omringd en in het infrarode licht is te zien.
Celaeno is een subreus die vaak als de Verloren Pleïade wordt gezien omdat je meestal een verrekijker nodig hebt om de ster te kunnen zien als de waarneemomstandigheden niet optimaal zijn. De ster heeft een massa van 9-10 zonsmassa’s en een straal van 4,4 zonsstralen. Ook Celaeno draait met een snelheid van 185 km/sec snel om zijn as en bevindt zich op 439 lichtjaar van de Aarde.
Maia is ook een reuzenster en is 360 lichtjaar van de Aarde verwijderd. Maia is één van de sterren die ook omgeven is door een emissie/reflectienevel. Deze nevel heeft aan de ster zijn naam te danken: Maia-nevel.
Taygeta is een drievoudige ster die een afstand tot de Aarde heeft van 440 lichtjaar.
Sterope is een naam die door twee sterren wordt gedeeld: 21 Tauri en 22 Tauri beide op een afstand van 440 lichtjaar.
Taygeta is een drievoudige ster die een afstand tot de Aarde heeft van 440 lichtjaar.
Messier 46 t/m Messier 48 zijn open sterrenhopen
Messier 49 is een elliptisch sterrenstelsel in het sterrenbeeld Maagd (Virgo). Ontdekt door Charles Messier in 1771, M49 is een van de helderste sterrenstelsels in de Virgocluster en heeft naar schatting ongeveer 2000 miljard sterren. Messier 49 staat op een afstand van 60 miljoen lichtjaar! De diameter van Messier49 is ongeveer 160.000 lichtjaar. De vermoedelijke supernova 1969Q werd in 1969 in dit stelsel ontdekt. Er is een röntgenbron in de kern van het sterrenstelsel, wat aangeeft dat er een superzwaar zwart gat op de loer ligt in het centrum van dit stelsel. De geschatte massa van dit superzware zwarte gat is ongeveer 565 miljoen keer de massa van onze zon. NGC 4472
je zou inderdaad denken dat dit een komeet is......
Messier 50 is een open sterrenhoop. Het hemelobject werd ontdekt door Charles Messier in 1772 en mogelijk al in 1711 door Giovanni Domenico Cassini, 'n bekende: de Cassini-Huygens was een ruimtesonde die werd ingezet voor de missie op Titan, de maan van Saturnus. NGC 2323
Messier 51 Het Draaikolkstelsel is een spiraalvormig sterrenstelsel op een afstand van ongeveer 31 miljoen lichtjaar van de Melkweg[1] in het sterrenbeeld Jachthonden (Canes Venatici). Een begeleidend stelsel bevindt zich net achter het eind van één van de spiraalarmen. NGC 5195.
De sierlijke, kronkelende armen van het majestueuze spiraalstelsel M51 lijken op een grote wenteltrap die door de ruimte veegt. Het zijn eigenlijk lange banen met sterren en met stof doorspekt gas. Dergelijke opvallende armen zijn een kenmerk van grootschalige spiraalstelsels. Binnen dit stelsel dienen ze een belangrijk doel: het zijn stervormingsfabrieken, dat waterstofgas samendrukt en clusters van nieuwe sterren creëren.
Sommige astronomen denken dat de armen van deze Whirlpool bijzonder prominent zijn vanwege de effecten van een nauwe ontmoeting met NGC 5195, het kleine, geelachtige sterrenstelsel aan de buitenste punt van een van de armen. Het compacte sterrenstelsel lijkt aan de arm te trekken, en zorgt getijdenkrachten waaruit nieuwe stervorming ontstaat. Hubble's duidelijke weergave laat zien dat NGC 5195 de M51 achter zich laat. De kleine Melkweg glijdt al honderden miljoenen jaren langs de draaikolk. In Hubble's boeiende afbeelding vertegenwoordigt het rood zowel infraroodlicht als waterstof in gigantische stervormingsgebieden. De blauwe kleur kan worden toegeschreven aan hete, jonge sterren, terwijl de gele kleur afkomstig is van oudere sterren.
Messier 52 t/m Messier 56 zijn open sterrenhopen en bolhopen
In 1994 hebben waarnemingen aangetoond dat de afstand tot de bolhoop Messier54 rond de 87.000 lichtjaar bedroeg en dat het bovendien in werkelijkheid ging om een extragalactische bolhoop, een bolhoop dus die niet tot ons eigen melkwegstelsel behoort. Men denkt nu dat Messier54 tot het Sagittarius-dwergstelsel behoort. Deze bolhoop is een van de lichtkrachtigste bolhopen met een totale lichtkracht van 850 000 maal die van de Zon en een absolute magnitude van -10,0.
Rechts: de staarten van het Sagittarius-dwergstelsel (oranje vlek links) in een baan om de Melkweg. De felgele cirkel rechts van het centrum van de Melkweg is onze Zon (niet op schaal). We kunnen de staarten van de Sagittariusstelsel zien die zich langs de hemel uitstrekken. De vorming van de Zon, het Zonnestelsel en dus ook van onze planeet is mogelijk te danken aan de botsing tussen de Melkweg en het Sagittarius-dwergstelsel, dat als een satelliet om de Melkweg heen draait. Van dat stelsel was al bekend dat het ooit drie keer in botsing is gekomen met de Melkwegschijf, waar zich het gros van de sterren bevindt. Uit nieuw onderzoek blijkt nu dat elk van deze botsingen heeft geleid tot een stellaire ‘geboortegolf’ Bron: alles over sterrenkunde
Messier 57 de Ringnevel is een planetaire nevel in het sterrenbeeld Lier (Lyra). NGC 6720
Deze gasvormige uitspanning betreft de afgestoten buitenlagen van een stervende, ooit op de Zon lijkende ster, die nu als een speldepuntje van licht in het centrum van de nevel prijkt. Een planetaire nevel vormt zich, wanneer alle brandstof is verbruikt en al 'n fase heeft doorgemaakt van een Rode Reus. Ze zal opzwellen en de binnenplaneten Mercurius, Venus en zelfs de Aarde verslinden.
Onstuimig ultraviolet licht van de hete centrale ster ioniseert atomen in het gas: het diepblauwe in het centrum is afkomstig van geïoniseerd helium, de cyaanblauwe binnenring is het gevolg van de gloed van waterstof en zuurstof, en de rode buitenring is afkomstig van stikstof en zwavel. De centrale ring van de Ringnevel heeft een diameter van ongeveer één lichtjaar en de nevel bevindt zich zo'n 2000 lichtjaar van ons vandaan.
Messier 58 is een balkspiraalvormig sterrenstelsel in het sterrenbeeld Maagd. Dit sterrenstelsel bevindt zich op een afstand van ongeveer 62 miljoen lichtjaar en is daarmee het verst weggelegen Messier object. In Messier 58 zijn echter wel twee supernova's ontdekt, één in 1988 en de andere in 1989. NGC 4579
Hoewel het er helder uitziet, is de kern van M58 relatief zwak in vergelijking met andere spiraalstelsels. De kern bevat hoge stervormingssnelheden, maar herbergt ook een superzwaar zwart gat, ongeveer 70 miljoen keer de massa van onze zon. Een zeer kleine ring rond de kern van het sterrenstelsel, bekend als een ultracompacte nucleaire ring, is een belangrijk gebied van wijdverbreide stervormingsactiviteit in M58 en is een zeldzaam fenomeen onder sterrenstelsels. Lange armen strekken zich uit vanaf de heldere kern. Door een gebrek aan waterstof in de armen is er zeer weinig stervormingsactiviteit. Dit kan het gevolg zijn van gravitatie-interacties met de nabijgelegen sterrenstelsels van de Maagd-cluster.
Messier 59 is een van de grootste elliptische sterrenstelsels in het sterrenstelsel Maagd eveneens in het Virgocluster. Het is echter aanzienlijk minder zwaar en minder lichtgevend dan andere elliptische sterrenstelsels in de cluster. Op ongeveer 60 miljoen lichtjaar van de aarde is Messier 59 te vinden in de buurt van Messier58 en Messier60 en heeft NGC nummer NGC 4621
Messier 60 (NGC 4649) is een elliptisch sterrenstelsel ook in het sterrenbeeld Maagd gelegen nabij Messier 59. Messier 60 heeft een diameter van 120.000 lichtjaar. Overigens NGC staat voor New General Catalogue, een catalogus van 7840 deepsky-objecten van allerlei categorieën. NGC 4649
Messier 61 is een spiraalvormig sterrenstelsel in het sterrenbeeld Maagd (Virgo) gelegen in de Virgocluster. Messier 61 heeft een diameter van 100 000 lichtjaar. NGC 4303
Messier 62 is een bolvormige sterrenhoop op een afstand van ongeveer 22.500 lichtjaar afstand en heeft een diameter van 100 lichtjaar. NGC 6266
Messier 62 staat bekend als een van de meest onregelmatig gevormde bolhopen in ons sterrenstelsel. Dit kan zijn omdat het een van de dichtstbijzijnde bolhopen is in het centrum van de Melkweg en wordt beïnvloed door galactische getijdekrachten, waardoor veel van de sterren van de cluster in een oostelijke richting worden verplaatst. Messier 62 heeft een extreem dichte kern van 150.000 sterren. In 2013 ontdekten astronomen in Messier 62 een zwart gat met een stellaire massa, een van de eerste die ooit in een bolhoop is gevonden.
Messier 63 het Zonnebloemstelsel is een spiraalvormig sterrenstelsel in het sterrenbeeld Jachthonden (Canes Venatici) vlakbij de Grote Beer. NGC 5055
Het zonnebloemstelsel is een flocculent (uitvlokkend) spiraalstelsel. In tegenstelling tot grootschalige spiraalstelsels hebben flocculente spiraalstelsels geen goed gedefinieerde spiraalarmen. In plaats daarvan is het alsof ze 'n goot aantal onderbroken armen te hebben hoewel het slechts twee armen heeft. De armen stralen licht uit door de straling van recent gevormde sterren.
Het zonnebloemstelsel werd in 1779 ontdekt door de Franse astronoom Pierre Méchain en was het eerste van 24 objecten die Méchain zou bijdragen aan de catalogus van Charles Messier.
Messier 64 het Zwarte Oogstelsel is een spiraalstelsel dat zich bevindt op ongeveer 19 miljoen lichtjaar, althans, de schattingen lopen uiteen van 12 miljoen tot 25 miljoen lichtjaar. De ware diameter van Messier 64 bedraagt ongeveer 51.000 lichtjaar, want opvallend aan dit stelsel is de prominente stofbaan er omheen. M64 is ontdekt door de Engelse astronoom Edward Pigott. NGC 4826
Gemakkelijk te herkennen aan de spectaculaire strook absorberend stof, die de heldere kern gedeeltelijk verduistert. Dit stelsel wordt gekenmerkt door zijn bizarre interne beweging: het gas in de buitenste regionen draait in de tegenovergestelde richting van het gas en de sterren in de binnenste regionen. Dit vreemde gedrag kan worden toegeschreven aan een fusie tussen M64 en een satellietstelsel meer dan een miljard jaar geleden. Nieuwe sterren vormen zich in het gebied waar de tegengesteld roterende gassen botsen. Bijzonder opvallend zijn hete sterren die zich net hebben gevormd, samen met wolken van gloeiend waterstofgas die fluoresceren wanneer ze worden blootgesteld aan ultraviolet licht van deze nieuw gevormde sterren.
Messier 65 en Messier66 zijn spiraalstelsels in het sterrenbeeld Leeuw (Leo) die zich bevinden op 35 miljoen lichtjaar afstand en vormen samen een groep sterrenstelsels die gravitationeel met elkaar zijn verbonden. Charles Messier ontdekte beide stelsels samen op dezelfde avond in 1780. Hoewel Messier 65 (de bovenste) een stofband vertoont die meestal actieve sterformatie aanduidt bestaat het sterrenstelsel voornamelijk uit oudere sterren. Beide stelsels hebben een diameter van ongeveer 100.000 lichtjaar, wat overeenkomt met de afmeting van onze eigen Melkweg. NGC 3623
Messier 67 t/m Messier 72 zijn open sterrenhopen en bolhopen.
Messier 67 is een rijke cluster met zo'n 500 sterren. Het is een van de oudst bekende open sterrenhopen in de Melkweg met een geschatte ouderdom van rond de 4 miljard jaar. Open sterrenhopen zouden in de regel al lang voordien uit elkaar gevallen zijn als gevolg van getijdewerking. Hierdoor zijn veel sterren van Messier 67 in een vergevorderd stadium van hun evolutie. NGC 2682
Messier 73 is een groep van 4 sterren die een asterisme vormen. Asterismen liggen vaak aan de oorsprong van veel sterrenbeelden, pas later zijn de sterrenbeelden gedefinieerd als specifieke gebieden aan de hemel, zoals de Zomerdriehoek. Een asterisme is slechts een schijnbare samenstand, meestal staan ze op zeer verschillende afstanden van de aarde. NGC 6994
Zomerdriehoek
Messier 74 een prachtig spiraalvormig sterrenstelsel, werd in 1780 ontdekt door Messiers' waarnemende assistent, de Franse astronoom Pierre Méchain. Het stelsel bevindt zich op ongeveer 32 miljoen lichtjaar van de aarde in het sterrenbeeld Vissen.
Messier74 is een perfect voorbeeld van een groots ontwerp spiraalstelsel. Symmetrische spiraalarmen reiken van de centrale kern en worden gevolgd door kronkelende stofbanen. De armen zijn bezaaid met clusters van jonge, blauwe sterren en roze gebieden waar het ultraviolette licht van deze jonge sterren geïoniseerde waterstofwolken heeft en ervoor zorgt dat ze gaan gloeien. Messier 74 is op z'n minst één van de meest fotogenieke sterrenstelsels: een eilanduniversum ('n geïsoleerd sterrenstelsel), met ongeveer 100 miljard sterren. NGC 628
Messier 75 is een bolvormige sterrenhoop in het sterrenbeeld Boogschutter met een afstand van 67.500 lichtjaar. In totaal zijn er ongeveer 400.000 sterren in de bolhoop, extreem gecondenseerd in het midden van de bolhoop. Vanwege zijn compacte aard is de Messier 75 echter nauwelijks te onderscheiden van een ster in een verrekijker. Telescopen met een diameter van 10 inch of groter zijn nodig om enkele sterren in de cluster op te lossen. Men denkt dat Messier 75 ongeveer 13 miljard jaar oud is. NGC 6864
Messier 76 de Kleine Halternevel is een planetaire nevel in het sterrenbeeld Perseus. De afstand is niet goed bekend en de schattingen lopen uiteen van 1700 lichtjaar tot 15.000 lichtjaar. NGC 650/651
Messier 77 is een spiraalstelsel in het sterrenbeeld Walvis (Cetus), dat in 1780 door Pierre Méchain werd ontdekt. Van alle sterrenstelsels in Messiers' lijst is M77 een van de grootste met een diameter van ongeveer 120.000 tot 170.000 lichtjaar. De afstand wordt geschat tussen de 47 miljoen en 60 miljoen lichtjaar. De massa zou bijna 1 biljoen zonnemassa's kunnen zijn. NGC 1068
Dit stelsel is een voorbeeld van een zogenaamde Seyfert-stelsel, een stelsel met een actieve kern. Een superzwaar zwart gat in het centrum van het stelsel wordt verantwoordelijk gehouden voor de hoge energie-uitstoot die er plaatsvindt. In 1952 werd ontdekt dat de kern van Messier 77 'n sterke bron van radiostraling is die de aanduiding Cetus A heeft gekregen (Messier 77 in het sterrenbeeld Cetus). Infrarood waarnemingen met de Keck telescopen bracht een sterke puntvormige bron aan het licht met een diameter van wel 12 lichtjaar en uit berekeningen blijkt dat de massa zo'n 10 miljoen Zonnemassa's bedraagt.
Dit ultraviolette beeld van Hubble tast de heldere, actieve kern van Messier 77 af. Helderheidsfluctuaties in dit gebied houden in dat er een enorme hoeveelheid energie vrijkomt uit een verborgen bron in de kern van het stelsel. De meest waarschijnlijke kandidaat is een superzwaar zwart gat.
Messier 78 is een reflectienevel in het sterrenbeeld Orion, die werd in 1780 ontdekt door Pierre Méchain en toegevoegd van de catalogus van Messier. NGC 2068
Messier 79 en Messier 80 zijn bolhopen met enkele honderdduizenden sterren met 'n diameter in de buurt van 100 lichtjaar. Even ter herinnering: dat is tóch nog zo'n 100 x 10.000 miljard km. Messier79 is mogelijk uit een klein sterrenstelsel ontsnapt, bekend als de Canis Major Dwarf Galaxy. NGC 1904 en NGC 6093
Messier 81 Het Bodestelsel NGC 3031 is een spiraalvormig sterrenstelsel in het sterrenbeeld Grote Beer, is in een strijd gewikkeld met Messier 82 Het Sigaarstelsel. NGC 3034
Deze twee melkwegstelsels bevinden zich op zo'n 12 miljoen lichtjaar afstand in het sterrenbeeld Grote Beer. Links toont het circa 100.000 lichtjaar in doorsnee metende spiraalstelsel Messier 81 zijn heldere gelige kern en blauwe spiraalarmen. Rechts zien we het onregelmatige stelsel Messier 82 met zijn karakteristiek rood oplichtende gas- en stofwolken. Het stelselpaar is reeds een miljard jaar in een gravitationele strijd gewikkeld, letterlijk om elkaar heen. De zwaartekracht van elk van de melkwegstelsels beïnvloedt de ander tijdens elke passage, iedere paar honderd miljoen jaar. De laatste keer dat de twee stelsels elkaar nauw passeerden veroorzaakte de zwaartekracht van Messier 82 dichtheidsgolven rondom Messier 81, wat resulteerde in de rijkdom aan jonge sterren in de spiraalarmen van Messier 81. Maar Messier 82 kwam er ook niet ongehavend vandaan, met heftig stervormende gebieden en botsende gaswolken die zoveel energie produceren dat het melkwegstelsel zelfs in röntgenstraling gloeit. Over enkele miljarden jaren zal als gevolg van hun nimmer aflatende gravitationele touwtrekkerij en herhaalde nauwe passages nog slechts één, groter melkwegstelsel overblijven. Zoals in het filmpje over de ' collision' tussen de Melkweg en het Andromedastelsel over 4 miljard jaar.....
Messier 83 Het Zuidelijk Windmolenstelsel een spiraalvormig sterrenstelsel dat staat op ongeveer 15 miljoen lichtjaar. NGC 5236
Dit prachtige Hubble-beeld vangt honderdduizenden individuele sterren, duizenden sterrenhopen en honderden supernovaresten. Dit sterrenstelsel bevindt zich op 15 miljoen lichtjaar in het sterrenbeeld Hydra, onder sterrenbeeld Maagd. Het werd in 1752 ontdekt door de Franse astronoom Nicolas Louis de Lacaille. M83 is één van de helderste spiraalstelsels aan de nachtelijke hemel. Het kan in mei het gemakkelijkst worden waargenomen met een verrekijker.
Het beeld van Hubble laat interstellaire 'bellen' zien die worden geproduceerd door bijna 300 supernova's. Door deze supernova-overblijfselen te bestuderen, kunnen astronomen de aard van de sterren, die hun nucleair verwerkte chemische elementen hebben geëxplodeerd en weer in het sterrenstelsel hebben verspreid, beter begrijpen.
De nieuwste generatie sterren in Messier 83 vormen zich grotendeels in clusters aan de randen van de donkere, spiraalvormige stofbanen. Deze schitterende, jonge stellaire groepen zijn slechts een paar miljoen jaar oud en produceren enorme hoeveelheden ultraviolet licht. Dat licht wordt geabsorbeerd door de omringende diffuse gaswolken, waardoor ze gaan gloeien in waterstoflicht.
Het heldere, witachtige gebied uiterst rechts, is nabij de kern van Messier 83 met talloze sterren. De rode kleur is infrarood en gloeiend waterstof geproduceerd door pasgeboren sterren. Het blauw is zuurstof en ultraviolet licht van iets oudere sterren.
Messier 84 t/m Messier 91 maken deel uit van de Virgocluster van sterrenstelsels.
Dit is de dichtstbijzijnde cluster die meer dan 2000 sterrenstelsels bevat, en is zó zwaar dat ze een merkbare zwaartekracht uitoefent op de stelsels in de Lokale Groep, waaronder de Melkweg en het Andromedastelsel. Waarnemingen met radiotelescopen laten 2 "jets" zien die uit het centrum van Messier 84 komen evenals een schijf met zeer snel roterende materie die wijzen op het bestaan van een superzwaar zwart gat in het centrum van dit stelsel. M86 beweegt zich naar ons toe, en wel met een snelheid van 419 km/s. Messier 88 beweegt zich van ons af met een snelheid van ongeveer 2000 km/s. Volgens huidige inschattingen zijn er in Messier 87 ongeveer 4.000 tot wel 15.000 bolvormige sterrenhopen (onze eigen Melkweg heeft er 150).
Het centrum van de Virgocluster bevindt zich op een afstand van ongeveer 70 miljoen lichtjaar in de richting van het sterrenbeeld Virgo, en bevat zo'n 2000 sterrenstelsels. Enkele hiervan vormen een soort ketting van sterrenstelsels die tezamen op een rij door de cluster bewegen. Deze staat bekend als Markarian's Chain. De ketting, hieronder afgebeeld, wordt rechts geaccentueerd door twee grote, maar structuurloze lensvormige sterrenstelsels, Messier 84 en Messier 86. Links daarvan is een paar wisselwerkende melkwegstelsels te zien dat bekend staat als The Eyes, op afbeelding hierboven rechts naast Messier 87. Het sterrenstelsel Messier 85 (niet aangeduid) staat net iets boven Messier 100 rechts bovenin.
Messier 92 is een bolhoop. NGC 6341
Messier 93 is een open sterrenhoop NGC 2447
Messier 94 is een spiraalvormig sterrenstelsel op een afstand van 16 miljoen lichtjaar en heeft een diameter van 30.000 lichtjaar. Dit stelsel kent een vrij heldere kern met daaromheen twee gebieden met verschillende typen sterpopulaties: een binnenste ring met jongere sterren en gebieden waar nog steeds stervorming plaatsvindt, en een buitenste ring die uit oudere sterren bestaat en waar geen nieuwe sterren meer ontstaan. NGC 4736
Messier 95 is een balkspiraalstelsel in het sterrenbeeld Leeuw op een afstand van 30 miljoen lichtjaar, ontdekt door Pierre Méchain. Onze Melkweg heeft ook een balkvorming gehad in z'n kern. Balken ontstaan als de banen die sterren rond het centrum van een spiraalstelsel volgen instabiel worden en steeds verder van de cirkelvorm gaan afwijken. Het is een zichzelf versterkend effect: als er eenmaal een aanzet tot een balk ontstaan is, sluiten zich steeds meer sterren aan. Messier 95 heeft een afmeting van ongeveer 50.000 lichtjaar en telt ongeveer 40 miljard sterren. NGC 3351
Een opmerkelijk verschijnsel is de ring rondom het centrum. Binnen deze binnenring vervolgt het gas en stof zijn spiraal naar binnen tot helemaal in het centrum. Recente waarnemingen van de huidige helderheid van de kern, duiden op kortstondige vlagen van stervorming.
Messier 96 een spiraalstelsel in het sterrenbeeld Leeuw staat op een afstand van 35 miljoen lichtjaar, heeft een totale diameter van ongeveer 100.000 lichtjaar. Het heldere centrale gedeelte heeft een diameter van 66.000 lichtjaar. NGC 3368
In dit infrarood en zichtbaar licht beeld van Hubble lijkt het spiraalstelsel op een gigantische maalstroom van gloeiend gas, gerimpeld met donker stof dat naar binnen toe wervelt. Het stof en het gas zijn ongelijk verdeeld over de zwakke spiraalarmen, die asymmetrisch zijn vanwege de zwaartekrachtswisselwerking met naburige sterrenstelsels. M96 is ook opmerkelijk vanwege de locatie van de kern, die zich niet precies in het galactische centrum bevindt.
Messier 97 de Uilnevel is een planetaire nevel in het sterrenbeeld Grote Beer. Het is een van de zwakste objecten uit de lijst van Messier. Zoals we Messier97 nu zien meet de nevel ruim 2 lichtjaar in diameter, wat hem ruwweg 2000 maal de afmeting van ons Zonnestelsel geeft. Zoals bekend is zo'n nevel de toekomstige uitstraling van de Zon. NGC 3587
Messier 98 is een spiraalvormig sterrenstelsel dat ongeveer een biljoen sterren bevat, evenals een overvloed aan neutraal waterstofgas en interstellair stof. Vanwege de grote hoeveelheden gas en stof zijn er tal van stervormingsgebieden, vooral in de kern en de armen. De kern zelf is 'actief', wat betekent dat het centrum helderder is dan de rest van het stelsel. Messier 98 bevindt zich op ongeveer 44 miljoen lichtjaar afstand en reist in de richting van ons eigen Melkwegstelsel. NGC 4192
Messier 99 the Coma Pinwheel, is een asymmetrisch spiraalvormig sterrenstelsel met één spiraalarm die zich duidelijk verder van de kern van het stelsel "omwindt" in vergelijking met de andere spiraalarmen van het stelsel. Dit, en de hoge radiële snelheid van 2324 km/s wijzen erop dat Messier 99 in het verleden een nauwe ontmoeting heeft gehad met een ander sterrenstelsel. Eén mogelijke kandidaat hiervoor is de nabijgelegen Messier 98 die tevens een hoge radiële snelheid, doch in tegenovergestelde richting, vertoont. De radiële snelheid is positief als een object van de waarnemer af beweegt en negatief wanneer het naar de waarnemer toe beweegt. Messier 99 is één van de 2000 sterrenstelsel van het Virgocluster en bevindt zich op een afstand van 50 miljoen lichtjaar. Messier 99 is relatief helder en groot, wat betekent dat het één van de eerste sterrenstelsels was die werd ontdekt, als zou het een komeet zijn?? NGC 4254 .
Astronomen hebben de afgelopen jaren een aantal onverklaarbare verschijnselen in Messier 99 bestudeerd, waaronder de aard van één van de helderdere sterren die op de linker afbeelding met pijl aangegeven. Deze is gecatalogiseerd als PTF 10fqs en zichtbaar als een geeloranje ster in de linkerbovenhoek van de afbeelding. De heldere ster linksonder op beide afbeeldingen is een voorgrondster van onze Melkweg. Rechtsonder zijn ook nog enkele sterrenstelsels zichtbaar op zeer grote afstand van deze Pinwheel.
Messier 100 is een spiraalvormig sterrenstelsel dat zich op een afstand van 56 miljoen lichtjaar bevindt me een diameter die groter is dan die van onze Melkweg: ongeveer 120.000 lichtjaar. NGC 4321
Cepheïden zijn een speciale klasse van pulserende sterren die met regelmaat pulseren over een tijdspanne van een paar dagen.
Dit is één van de belangrijkste sterren aan de hemel. De pulserende ster in het midden van de afbeelding, is zo'n tien maal zo massief als de Zon en gemiddeld 15.000 maal helderder. Deze ster is namelijk een variabele ster van het Cepheïde type: een klasse van sterren waarvan de helderheid wordt gebruikt om afstanden tot nabije melkwegstelsels te schatten.
Messier 101 het Windmolenstelsel is een spiraalvormig sterrenstelsel in het sterrenbeeld Grote Beer. Messier 101 heeft een diameter van 170.000 lichtjaar. Waarnemingen van Cepheïden hebben aangetoond dat dit stelsel zo'n 27 miljoen lichtjaar van de Aarde af ligt. Er zijn de afgelopen 100 jaar vier supernovae waargenomen. NGC 5457
Messier 102 is een lensvormig sterrenstelsel is niet opgenomen in de NGC-catalogus.
Lensvormige stelsels vormen een bijzondere klasse van sterrenstelsels: ze combineren eigenschappen van spiraalstelsels met die van elliptische stelsels. Lenticulaire sterrenstelsels bestaan vooral uit oude sterren en hebben nauwelijks stervorming – net als elliptische stelsels. Maar, ze hebben wel een schijf en een centrale verdikking, net als een spiraalstelsel.
De gaswolken waaruit deze sterren zijn gecondenseerd, zijn al lang verspreid. Van de gevormde sterren hebben de helderste, en meest massieve hun nucleaire brandstof al opgebruikt en zichzelf vernietigd in supernova-explosies. Licht heeft ongeveer 14 jaar nodig om de Messier 103 over te steken
Messier 104 Het Sombrerostelsel is een spiraalvormig sterrenstelsel in het sterrenbeeld Maagd (Virgo). Messier 104 bevindt zich op 28 miljoen lichtjaar afstand en met een massa van 800 miljard sterren is het één van de meest massieve objecten in het Virgocluster. Dit stelsel meet ongeveer 50.00 lichtjaar in diameter. Het stelsel heeft ook een flinke populatie aan bolhopen, waarvan minstens meerdere honderden zichtbaar zijn in grote telescopen. Het kenmerk van het bijna opzij (edge-on) gelegen sterrenstelsel is de schitterende, witte, bolvormige kern omringd door dikke stofbanen die de spiraalstructuur van het sterrenstelsel vormen. Deze stofbaan is de plaats van stervorming in het stelsel. Hubble lost gemakkelijk het rijke systeem van bolvormige sterrenhopen van het Sombrero-sterrenstelsel op, naar schatting bijna 2000 in aantal - 10 keer meer dan het aantal bolvormige sterrenhopen in ons Melkwegstelsel. Het centrum van Messier 104 zou een enorm zwart gat bevatten. De omgeving rond het zwarte gat kan uitgebreid onder de loep worden genomen vanwege het feit dat er continu röntgenstraling vrijkomt als het extreem compacte object nabijgelegen materie 'naar binnen werkt'. NGC 4594
In 1912 werd ontdekt dat M104 een grote roodverschuiving heeft. Hieruit werd berekend dat het stelsel van de Aarde weg beweegt met ongeveer 1000 km/s, wat een te grote snelheid is voor een object binnen de Melkweg. Dit was een van de eerste duidelijke aanwijzingen dat de Sombreronevel geen nevel is – zoals toentertijd werd gedacht – en dat het universum uitdijt.
Messier 105 is een elliptisch sterrenstelsel in het sterrenbeeld Leeuw (Leo). Het hemelobject staat op ongeveer 38 miljoen lichtjaar van de Aarde. Het zwarte gat in de kern van M105 "weegt" 50 biljoen zonsmassa's. NGC 3379
De Messier 105 verschijnt visueel in een telescoop als een heldere, ronde veeg met een zeer helder centrum. Het vormt een kleine driehoek met NGC 3384, een helder lensvormig sterrenstelsel en NGC 3389, een vager spiraalvormig sterrenstelsel. Toen onderzoekers Messier 105 bestudeerden bleek het stelsel hele heldere, jonge sterren te bevatten. Het ‘dode’ sterrenstelsel produceert ongeveer elke 10.000 jaar een nieuwe ster en is daarmee eigenlijk springlevend.
Messier 106 is een spiraalstelsel nabij het handvat van het Steelpannetje, werd in 1781 door Pierre Méchain werd ontdekt. Het stelsel bevindt zich op een afstand van 23 miljoen lichtjaar en meet ongeveer 80.000 lichtjaar in doorsnede. Messier106 is een Seyfert-stelsel, wat betekent dat als gevolg van röntgenstraling wordt verwacht dat een deel van het sterrenstelsel na verloop van tijd in het massief zwart gat in het centrum van het stelsel zal vallen. NGC 4258
Het grote, heldere spiraalstelsel Messier 106 domineert dit kosmische vergezicht. Een ander prominent spiraalstelsel, dat we rechts van Messier 106 in het tafereel vrijwel op z'n kant zien, is NGC 4217. De afstand tot NGC 4217 wordt geschat op zo'n 60 miljoen lichtjaar. De heldere, met diffractiespaken getooide sterren bevinden zich alle op de voorgrond, ruim binnen ons eigen Melkwegstelsel. Het bestaan van sterrenstelsels buiten De Melkweg werd 100 jaar geleden nog betwijfeld tijdens het Groot Debat van de sterrenkunde.
Hoewel het 'grote debat' om verschillende redenen belangrijk is voor verschillende mensen, is het een duidelijk voorbeeld van de mensheid die er opnieuw naar streeft haar plaats binnen de kosmische orde te vinden. In het debat maakten de astronomen Shapley en Curtis echt ruzie over de 'schaal van het heelal', zoals de titel van het debat suggereert.
Curtis betoogde dat het heelal is samengesteld uit vele sterrenstelsels zoals die van ons, die door astronomen van zijn tijd waren geïdentificeerd als `spiraalnevels''.
Shapley voerde aan dat deze 'spiraalnevels' slechts gaswolken in de buurt waren en dat het universum uit slechts één groot sterrenstelsel bestond.
In Shapley's model stond onze Zon ver van het centrum van dit grote universum / sterrenstelsel. Curtis plaatste daarentegen onze Zon nabij het centrum van ons relatief kleine sterrenstelsel. Hoewel de fijne punten van het debat talrijker en ingewikkelder waren, was elke wetenschapper het op deze cruciale punten niet met de ander eens.
Messier 107 is een bolvormige sterrenhoop op een afstand van bijna 21.000 lichtjaar, en is zo'n 80 lichtjaar in diameter. De bolhoop vertoont gebieden die uit donkere materie lijken te bestaan, iets wat ongebruikelijk is voor een bolvormige sterrenhoop. NGC 6171
Deze bolhoop is één van de bolvormige sterrenhopen in de schijf van het Melkwegstelsel en bevatten honderdduizenden extreem oude sterren die behoren tot de oudste objecten in het sterrenstelsel.
De oorsprong van bolvormige sterrenhopen en hun invloed op de galactische evolutie blijven enigszins onduidelijk, dus blijven astronomen ze bestuderen door middel van afbeeldingen zoals deze, verkregen door Hubble met behulp van zichtbare en infraroodwaarnemingen.
Messier 108 het Surfboard-sterrenstelsel, bevindt zich in het sterrenbeeld Grote Beer op ongeveer 46 miljoen lichtjaar afstand. Het wordt het Surfboard-sterrenstelsel genoemd omdat het, wanneer het met een telescoop wordt bekeken, edge-on, wordt gezien zonder duidelijke uitstulping of uitgesproken kern. NGC 3556
Messier 109 een spiraalstelstel is te vinden net onder de bodem van het Steelpannetje in het noordelijke sterrenbeeld Grote Beer. Zijn opvallende centrale balk maakt dat dit sterrenstelsel er door een telescoop als de Griekse letter θ uitziet, een symbool dat in de wiskunde vaak gebruikt wordt voor een hoek. Messier 109 omspant maar een erg kleine hoek aan de hemel t.o.v. de Aarde en door die hoek te berekenen kwam men erachter dat dit stelsel toch wel een enorme diameter had van 120.000 lichtjaar! NGC 3992
In dit sterrendecor staan 3 heldere prominente voorgrondsterren van ons melkwegstelsel met op de achtergrond een drietal wazige satellietstelsels van M109.
Messier 110 is een elliptisch sterrenstelsel en een satellietstelsel van het Andromedastelsel. NGC 205
Ik wil dit blok eindigen met wat ik al bij Messier 31 plaatste, 'The Sharpest ever view of the Andromeda Galaxy', omdat het één van mijn favoriete plekjes, vlekjes is die ik met het blote oog weet te vinden ondanks de gigantische afstand.
Het is de grootste Hubble-opname die ooit is vrijgegeven en toont meer dan 100 miljoen sterren en duizenden fel verlichte sterrenhopen, die zijn ingebed in een deel van de pannenkoekvormige schijf van het sterrenstelsel dat zich uitstrekt over meer dan 40.000 lichtjaar. Nooit eerder zijn astronomen in staat geweest om individuele sterren te zien boven een groot deel van een extern spiraalvormig sterrenstelsel.
Bezoek ook m'n beide andere sites:
Hansdaemen.wordpress.heelalstructuren
waarin o.a. * Paleoklimatologie