Nevels, sterrenstelsels en sterclusters uit de NGC-catalogus
John Ludwig Emil Dreyer
De Nieuwe algemene (general) catalogus omvat 7840 sterrenstelsels, nevels en andere objecten. De NGG werd samengesteld door John Ludwig Emil Dreyer in 1880, grotendeels gebaseerd op waarnemingen door William Herschel, een Britse componist, organist en later astronoom van Duits/Tsjechische afkomst.
Sir William Herschel
Friedrich Wilhelm Herschel werd geboren in Duitsland, maar verhuisde op 19-jarige leeftijd naar Engeland, waar hij al spoedig zijn naam veranderde in Frederick William Herschel. In 1816 werd hij aldaar in de adelstand verheven en heette sindsdien officieel sir William Herschel. Herschel begon zijn loopbaan als musicus en componist, en was daar tamelijk succesvol in. Hij heeft een flink aantal symfonieën op zijn naam staan.
In zijn vrije tijd studeerde hij wiskunde en astronomie, een passie die hij deelde met zijn zuster Caroline Herschel, die in 1772 eveneens naar Engeland kwam. Tevens bouwde Herschel eigenhandig een enorme telescoop met een brandpuntsafstand van 12 meter, op dat moment de grootste ter wereld.
Caroline Herschel die alle objecten noteerde die haar broer William haar doorgaf.
Caroline Herschel was de eerste beroemde vrouwelijke astronoom. Hoewel ze in haar tijd gevierd werd omdat ze acht kometen ontdekte, begon ze als deep-sky-waarnemer. Sterker nog, het waren Caroline's eerste deepsky-ontdekkingen die haar broer William Herschel inspireerden om het monumentale sky-onderzoek uit te voeren dat uiteindelijk meer dan 2000 nieuwe sterrenstelsels, sterrenhopen en nevels opleverde.
In 1786 was ze de eerste vrouw die een komeet ontdekte, en daarna nog zeven andere. Bovendien ontdekte ze ook drie nevels. Caroline werkte dus ook voor zichzelf en in 1798 publiceerde ze een lijst met correcties aan vele sterren én ontdekte nog eens 560 nieuwe sterren. Dit was een aanvulling op de postuum gepubliceerde catalogus van John Flamsteed, die in de vroege 18e eeuw de eerste koninklijke astronoom in Engeland was.
In 1781 merkte William Herschel een klein object op dat zich gedurende een aantal nachten langzaam door de lucht bewoog. Eerst dacht hij dat hij een komeet had gevonden , maar bij nadere observatie bleek dat het object een planeet was. In 1783 begon hij zijn eigen hemelonderzoek, staande op een ladder terwijl hij door zijn telescoop tuurde en de objecten die hij zag, door Caroline liet noteren. Door de stationaire telescoop op slechts één enkele strook hemel te richten, kon hij in de loop van de nacht alleen oost-westbanden waarnemen.
De volgende nacht plaatste hij zijn telescoop op een hoger of lager punt om een andere parallelle stroken te observeren. Uiteindelijk doorzocht hij het hele luchtruim dat boven Groot-Brittannië te zien was.
Gedurende 20 jaar observeerde hij 2500 nieuwe nevels en sterrenhopen en deze werden genoteerd in "The General Catalog of Nebulae". De catalogus werd uiteindelijk vergroot en hernoemd tot "Nieuwe algemene catalogus" (de NGC), en veel niet-stellaire objecten worden geïdentificeerd aan de hand van hun NGC-nummers. Van de 7840 nevels en clusters in de catalogus van vandaag zijn er 4630 ontdekt door Herschel en zijn zoon John.
Herschel beschreef ook hoe de verschillende gekleurde filters, waardoor hij de zon waarnam, verschillende niveaus van warmte doorlaten. Hij mat ook de temperaturen in de regio net buiten de rode kleur waar geen licht zichtbaar was en tot zijn verbazing registreerde hij daar een nog hogere temperatuur. Hij leidde de aanwezigheid van onzichtbare 'calorische' stralen af, nu 'infrarood' genoemd.
Op deze schuifafbeelding wordt een infraroodopname van de Orionnevel, verkregen door meerdere opnamen te maken met een infraroodcamera, vergeleken met een foto van hetzelfde gebied in zichtbaar licht. Het langgolvige licht dat met de infraroodcamera is waargenomen, gaat door de stofrijke gebieden in de nevel heen en toont vele jonge sterren die normaal gesproken onzichtbaar zijn.
Zodra je op het NGC nummer klikt, zie je alle informatie en een venster waar het object zich op dát moment bevindt.
.....turend door het universum werden duizenden nevels, sterrenstelsels en sterclusters ontdekt..............
Video: Even los van de Aarde
A space journey
NGC 1 spiraalstelsel in Pegasus, boven Vissen en Waterman.
Ik ga nu dus niet de duizenden objecten plaatsen en benoemen, daarom plaatste ik de koppeling 'List of NGC-objects', van de Engelse Wiki omdat die completer is. Vandaaruit kunnen, als je daar zin in hebt, alle objecten opgezocht worden. Mij gaat het nu om het ontstaan van deze objecten: hoe worden nevels, sterclusters en sterrenstelsels gevormd? Om dat uit te leggen, moet ik teruggaan tot het ontstaan van de allereerste sterren en hoe er vanaf dát moment een proces van recycling in gang werd gezet.
Zie m'n volgende blog.