What Is Quantum Mechanical Spin Mp 4
MP4 bestand – 33,1 MB 0 downloads

Bron: 2veritasium

  • Zonder magnetic spin, zouden elektronen zich niet kunnen organiseren wat leidt tot het instorten van atomen en het verdwijnen van moleculen, en dus de gehele chemie.
  • Dit magnetische impulsmoment is cruciaal voor de chemische structuur van materie : dit benadrukt de fundamentele rol van de spin van elektronen in de structuur en chemische eigenschappen van de materie. Het is een essentieel onderdeel van de natuurkunde dat de basis vormt voor de chemie.
  • Kortom: Zonder deze fundamentele eigenschap zou het Periodiek Systeem der Elementen niet bestaan.

Magnetische spin is een essentiële quantumeigenschap van deeltjes zoals elektronen, protonen, neutronen, quarks en fotonen. Het is een fundamentele vorm van impulsmoment met een bepaalde richting, die wordt aangeduid als "spin-up" (+1/2) of "spin-down" (-1/2) wanneer een deeltje interactie heeft met een magnetisch veld. Deze spin is verantwoordelijk voor de magnetische eigenschappen van materie, vergelijkbaar met de werking van een staafmagneet. 

Spin is niet hetzelfde als een deeltje dat fysiek ronddraait als een tol, maar het is eerder een fundamenteel, ingebouwd kenmerk, net zo belangrijk als lading of massa. De oriëntatie van de spin bepaalt hoe het deeltje interageert met een extern magnetisch veld. Een "spin-up"-elektron heeft een lagere energie in een magnetisch veld dan een "spin-down"-elektron. De functie van de magnetische spin van elementaire deeltjes wordt voor elk elementair deeltje afzonderlijk besproken.

In m'n vorige verdieping 'had ik de spin al even al mogen aanraken'

Magnetic spin is een unieke eigenschap van quantumfysica, waarbij deeltjes zich gedragen als een elementair magnetisch moment. Deze spin creëert een magnetisch veld rond het deeltje en kan worden aangeduid als "spin-up" of "spin-down", afhankelijk van de oriëntatie in een magnetisch veld.

De richting van de pijl is die van de atomaire spin. Het is een  eigenschap die essentieel is voor het begrijpen van de chemische bindingen en de magnetische eigenschappen van materie.

Bron afbeelding Atomic spin Dr. Franz-Josef Schmitt //Webcraft GmbH

De gezamenlijke spins van de elementaire deeltjes in een atoom bepalen de magnetische eigenschappen van dat atoom. De atomaire spin is een combinatie, maar niet zozeer de som, van de spins van de deeltjes waaruit het atoom bestaat.

De magnetische spin van een atoom als geheel is het resultaat van de gecombineerde bijdrage van de spins en de magnetische momenten van de elektronen en de nucleonen (protonen en neutronen). Dit is het orbitaal magnetisch moment.

De spin van protonen en neutronen is bovendien ook nog een complex samenspel van de spins van de individuele quarks en gluonen, evenals hun interacties.

De richting van de totale magnetische spin van een atoom is niet eenvoudigweg de optelsom van de spins van alle afzonderlijke elektronen, protonen en neutronen., om verschillende redenen

Magnetische spin van quarks

Allereerst de quarks, de bouwstenen van protonen en neutronen, die op hun beurt de bouwstenen zijn van atoomkernen.  Gluonen binden quarks samen om protonen en neutronen te vormen. Gluonen zijn elementaire deeltjes die fungeren als de overbrengers van de sterke kernkracht en dragen een kleurlading, die ze tussen de quarks overdragen. Door deze wisselwerking kunnen de kleuren van de quarks veranderen, wat ervoor zorgt dat de quarks bij elkaar blijven.

  • De spin van quarks is, net als bij elektronen, spin-up +1/2 en spin-down -1/2. Deze eigenschap speelt een rol bij de sterke interactie, waarbij gluonen worden uitgewisseld.
  • Ook gluonen, die de sterke kernkracht overbrengen, hebben spin en dragen bij aan de dynamiek van quarks binnen hadronen. Gluonen zorgen ervoor dat de quarks in protonen en neutronen aan elkaar binden. Het is een soort 'lijmmiddel' een 'glue'.

De naamgeving 'quarks' vind ik wel leuk om te vermelden

De Amerikaanse natuurkundige Murray Gell-Mann, die in 1964 het bestaan van quarks postuleerde, koos de naam voor deze elementaire deeltjes op basis van de regel uit James Joyce's roman 'Finnegans Wake'.

De volledige Engelse passage luidt:
"Three quarks for Muster Mark!
Sure he has not got much of a bark
And sure any he has it's all beside the mark."

De spin van quarks speelt een grote rol bij de manier waarop ze zich combineren om hadronen (zoals protonen en neutronen) te vormen. Dit komt door de regels van de quantumfysica, met name het Pauli-uitsluitingsprincipe. Dit houdt in dat geen twee identieke quarks binnen hetzelfde hadron dezelfde spin-oriëntatie kunnen hebben. Ook niet dezelfde quantumtoestand dat wordt bepaald door verschillende quantumgetallen, waaronder hun type (smaak), positie, impuls, spinoriëntatie en een uniek quantumgetal genaamd kleurlading.

  • Een quantumtoestand is de wiskundige beschrijving van een microscopisch deeltje, zoals een quark, een elektron of foton, die alle mogelijke informatie over zijn eigenschappen (zoals positie, impuls, energie en 'spin') bevat voordat het wordt gemeten. 
  • Een quantumgetal 
    • Eenvoudig gezegd is een quantumgetal een beschrijving van de specifieke eigenschappen van een deeltje beschrijft. In de wereld van de quantumfysica kunnen bepaalde eigenschappen (zoals energie, vorm of oriëntatie) niet elke willekeurige waarde aannemen, maar alleen specifieke waarden.
    • Een quantumgetal is simpelweg een manier om deze waarden te labelen of te 'nummeren'.
  • De vier belangrijkste quantumgetallen bepalen onder andere:

    • Energieniveau/afstand tot de kern (hoofdkwantumgetal).
    • Vorm van de baan (nevenkwantumgetal).
    • Oriëntatie in de ruimte (magnetisch quantumgetal).
    • De 'spin' of draairichting van het deeltje (spinkwantumgetal)

Er zijn in totaal zes verschillende smaken (Engels: flavours) van quarks, die in drie generaties zijn ingedeeld:

  • up (u)
  • down (d)
  • charm (c)
  • strange (s)
  • top (t)
  • bottom (b)

De 'up' en 'down' quarks zijn het meest voorkomend in het heelal, aangezien deze de bouwstenen zijn van protonen (twee up, één down) en neutronen (twee down, één up), waaruit alle atoomkernen bestaan. De andere smaken zijn zwaarder en komen voornamelijk voor in instabiele deeltjes die worden waargenomen bij botsingsexperimenten in deeltjesversnellers.

What Is Color Force Strong Force And Gluon Color Charge Mp 4
MP4 bestand – 4,6 MB 0 downloads

Kleurlading is een fundamentele eigenschap van quarks en gluonen die bepaalt hoe ze in wisselwerking zijn met de sterke kernkracht, de sterkste van de vier fundamentele natuurkrachten.  Deze kracht is verantwoordelijk voor het bijeenhouden van protonen en neutronen in de atoomkern.

Kleurlading heeft niets te maken met de kleuren die we met het oog waarnemen, maar is een willekeurige naamgeving, vergelijkbaar met positieve en negatieve elektrische lading. 

Belangrijke punten over kleurlading:

  • Drie soorten ladingen: In tegenstelling tot elektrische lading (die twee soorten heeft, positief en negatief), zijn er drie soorten kleurladingen, aangeduid als rood, groen en blauw.
  • Antikleurladingen: Antiquarks hebben overeenkomstige antikleurladingen: antirood, antigroen en antiblauw.
  • Sterke wisselwerking: De kleurlading is de 'bron' van de sterke kernkracht, de sterkste van de vier fundamentele natuurkrachten. Deze kracht bindt quarks samen om hadronen te vormen (zoals protonen en neutronen).
  • Gluonen als krachtoverbrengers: De kracht tussen de quarks wordt overgebracht door de uitwisseling van krachtvoerende deeltjes, genaamd gluonen. Uniek is dat gluonen zelf ook kleurlading dragen (een combinatie van een kleur en een antikleur, bijv. rood-antiblauw), waardoor ze ook met elkaar interacteren.
  • Kleurneutraliteit: Vrij in de natuur komen quarks nooit voor. Ze zijn altijd gebonden in 'kleurneutrale' (of 'witte') combinaties, een fenomeen dat kleuropsluiting wordt genoemd. Hadronen zijn daarom altijd kleurneutraal:
    • Baryonen (zoals protonen en neutronen) bestaan uit drie quarks, elk met een andere kleur (rood + groen + blauw = wit).
    • Mesonen bestaan uit een quark en een antiquark met een kleur en de bijbehorende antikleur (bijv. rood + antirood = wit).
  • Behoud van kleurlading: De totale kleurlading blijft altijd behouden. Wanneer een quark van kleur verandert (wat gebeurt bij het uitzenden of absorberen van een gluon), past het gluon zijn lading hierop aan om de balans te bewaren.
  • De combinatie van kleur en spin van quarks bepaalt de eigenschappen van hadronen. Bijvoorbeeld, in een proton zijn de spins van de quarks zo geconfigureerd dat ze een totale spin van vormen, terwijl een neutron ook een totale spin van heeft, maar met een andere spinconfiguratie.
What Are Gluons Mp 4
MP4 bestand – 39,9 MB 0 downloads

Bron: Tech Guy Greg “TG2”

Gluonen binden quarks samen via de sterke kernkracht, waardoor protonen, neutronen en andere hadronen worden gevormd. Gluonen bewegen met de lichtsnelheid, omdat ze net als fotonen geen massa hebben. 

Even ter verduidelijking: de gele, spiraalvormige 'koordjes' zijn gluonen die quarks aaneen 'lijmen'..

Quarks en gluonen kunnen interacteren met externe magnetische velden in het quantumveld, wat leidt tot spinpolarisatie. Spins van quarks en gluonen kunnen worden beïnvloed door deze spinpolarisatie wat leidt tot veranderingen in hun gedrag en interacties binnen het plasma. 

Asymmetrieën en vortexstructuren in het quark-gluonplasma (QGP) zijn essentiële concepten die betrekking hebben op de dynamica van het vroege universum. Asymmetrieën zijn onevenwichtigheden in de verdeling van materie en energie, die het gedrag van quarks en gluonen beïnvloeden. Vortexstructuren zijn wervelingen in het QGP, voortkomend uit dynamische bewegingen en quantumeffecten, en ze beïnvloeden spinpolarisatie en transporteigenschappen van het plasma. 

Een quantumvortex is een ultradunne, wervelende holle buis waarin de vloeistof rond een as draait met een specifieke rotatie. Ze kunnen worden gezien als microscopisch kleine tornado's die bijdragen aan het begrijpen van verschijnselen zoals quantumturbulentie en energieafvoer.

Kort na de 'oerknal' bevond het universum zich in een quark-gluonplasma-fase (QGP), gekenmerkt door extreem hoge temperaturen en dichtheid. Tijdens deze vroege periode veroorzaakten asymmetrieën en de dynamische beweging van deeltjes, wervelende vortexstructuren, wat leidde tot de vorming van sterke magnetische velden. Deze krachtige velden beïnvloedden de dynamica van het QGP, evenals de beweging en spin van quarks en gluonen, en speelden mogelijk een rol bij faseovergangen zoals de koeling van QGP naar hadronen.

Turbulent Quark Gluon Plasma Mp 4
MP4 bestand – 3,8 MB 0 downloads

Het turbulente gedrag van quark-gluonplasma, dat in het vroege heelal overal aanwezig was, zou mogelijk de oorsprong kunnen zijn geweest van de alomtegenwoordige magnetische velden in het universum.

 Spin 1/2 Twee rotaties van 360° (totaal 720°) zijn nodig.

Het is een fundamentele eigenschap van elektronen die de chemische eigenschappen van atomen en de stabiliteit van alle materie bepaalt. 

Electron Spin Magnetism Mp 4
MP4 bestand – 30,0 MB 0 downloads

Bron: Webcast-legacy Departmental

  • Spin-up: De spin-up toestand van, in dit geval het elektron, is uitgelijnd met het externe magnetische veld, wat betekent dat de magnetische spin van een elektron zich parallel aan een extern magnetisch veld richt. Dit is de grondtoestand met de laagste energie.  
  • Spin-down: De spin-down toestand loopt antiparallel met het veld omdat het elektron een hogere energie heeft.

Rechterhandregel 

In de context van een extern magnetisch veld, wordt de rechterhandregel gebruikt om de richting van de Lorentzkracht op een bewegende lading te vinden. Hierbij wijst de duim naar de bewegingsrichting van de positieve lading (of de technische stroomrichting), de wijsvinger naar de richting van het externe magnetische veld (aangegeven met de letter B)

De Lorentzkracht is de kracht die elektrische en magnetische velden uitoefenen op een bewegend geladen deeltje. Deze kracht bepaalt hoe geladen deeltjes zich in elektromagnetische omgevingen bewegen.

Magnetisch Veld Rechterhandregel Mp 4
MP4 bestand – 17,5 MB 0 downloads

Veldlijnen komen naar je toe of gaan van je af zichtbaar in de rechterhandregel.

Let op: Elektronen binnenin een stroomdraad stromen van de negatieve pool naar de positieve pool. Dit wordt de elektronenstroom genoemd

Wanneer een magnetisch veld naar beneden is gericht, heeft dit invloed op de oriëntatie van het magnetisch moment van het deeltje dat spin heeft. Het magnetisch moment van een deeltje is een maat voor 't vermogen om te reageren op een extern magnetisch veld. Voor een elektron is het magnetisch moment gerelateerd aan zowel spin als lading.

Omdat een elektron een negatieve lading heeft, wijst het magnetisch moment van een elektron naar beneden wanneer de spin naar boven (spin-up) wijst. Het neutron daarentegen heeft geen negatieve of positieve lading die de richting van het magnetisch moment beïnvloedt zoals bij het elektron. De ladingen van de quarks binnen het neutron heffen elkaar op: één up +2/3 en twee down = 2 x -1/3. Het magnetisch moment van het neutron in een magnetisch veld is naar beneden gericht als de spin naar beneden is. De quarks in neutronen en protonen hebben naast hun spin ook nog 'ns een orbitale beweging, dat betekent dat ze om elkaar heen draaien, wat het best complex maakt! Voor een proton met een positieve lading wijst het magnetisch moment in dezelfde richting als de spin. Het proton heeft een netto lading van +1 (twee up-quarks met lading +2/3 en één down-quark -1/3)

Wanneer elektronen (en dit geldt ook voor deeltjes als quarks, protonen, neutronen en fotonen) in een groot extern magnetisch veld (B) worden geplaatst, of wanneer een extern magnetisch veld in de buurt komt van deze elektronen, dan zullen hun spins worden uitgelijnd (parallel gaan lopen) met het magnetisch veld van die bron. De meeste spins zullen uitgelijnd zijn met het magnetische veld, want dat is de optie met een lagere energie. Een paar zullen echter uitlijnen met het externe veld, en dus niet parallel gaan lopen, omdat ze een hogere energie hebben. De bovenstaande video visualiseert dit effect.

Uitgelijnde parallelle en sommige niet parallelle spins.

Parallelle spins hebben een lagere energie dan antiparallelle spins. Logisch: parallelle spins zijn 'meegaand' en antiparallelle spins 'bieden weerstand.

Niet-uitgelijnde spins door ontbreken extern magnetisch veld.

Dominantie van Elektronen

De magnetische momenten van de elektronenspins d.w.z. spin-up en spin-down, zijn duizenden malen sterker dan die van protonen en neutronen. De totale spin van een atoom wordt daarom grotendeels bepaald door de specifieke configuratie van de buitenste schil van de elektronen.

Hoewel elektronenschillen en orbitalen nauw verwant zijn, geven orbitalen een nauwkeuriger beeld van de elektronenconfiguratie van een atoom. Dat komt omdat orbitalen eigenlijk de vorm en positie specificeren van de gebieden in de ruimte die elektronen innemen.

Elektronen bewegen zich rondom de kern in elektronenwolken, maar aangezien ze allemaal negatief geladen zijn bevinden ze zich niet allemaal op dezelfde afstand van de kern (waar ze elkaar zouden afstoten). Elektronen verdelen zich in schillen rondom de kern en elke schil is verder onderverdeeld in orbitalen, die elk maar twee elektronen kunnen bevatten (uitsluitingsprincipe van Pauli).

Elektronen Configuratie Mp 4
MP4 bestand – 27,8 MB 0 downloads

Elektronenconfiguratie is de manier waarop de elektronen van een atoom verdeeld zijn over de verschillende energieniveaus, ook wel schillen, subschillen en orbitalen genoemd. Deze verdeling bepaalt in grote mate de chemische eigenschappen en het gedrag van een element. 

De configuratie wordt bepaald door specifieke regels, waarbij elektronen de laagst mogelijke energieniveaus (de grondtoestand) opvullen: 
  • Schillen en subschillen: Elektronen bevinden zich in schillen (aangegeven met een nummer, bijv. 1, 2, 3), die weer onderverdeeld zijn in subschillen (s, p, d, f).
  • Orbitalen: Elke subschil bestaat uit een of meerdere orbitalen, waarbij elk orbitaal maximaal twee elektronen kan bevatten met tegengestelde 'spin' 

Voor de juiste bepaling van de elektronenconfiguratie in een atoom is het noodzakelijk om de volgorde van energieniveaus te kennen. Dit betekent dat de volgorde van individuele subschillen en schillen bepalend is: hoe verder een elektron zich van de kern bevindt, des te meer energie het heeft, des te hoger het energieniveau. De configuratie is simpelweg de toewijzing van individuele elektronen aan verschillende energieniveaus.

In het atoommodel van Bohr uit 1913 bevinden de elektronen van een atoom zich in verschillende schillen rond de kern, elk met een eigen energieniveau. Elke schil heeft een maximumcapaciteit voor het aantal elektronen dat het kan bevatten. In een stabiel atoom bevinden de elektronen zich in de schillen met de laagste energie.

Elektronen in een atoom bevinden zich in specifieke energieniveaus, die worden georganiseerd in elektronenschillen en verder onderverdeeld in subschillen en orbitalen. Dit model is een essentieel onderdeel van de kwantummechanica en helpt te begrijpen hoe atomen chemische bindingen aangaan.  

Orbitals Mp 4 Mp 4
MP4 bestand – 5,8 MB 0 downloads

Een orbitaal is een quantummechanische functie/relatie die de gebonden toestand van één elektron beschrijft.

Overzicht van orbitalen

Er zijn verschillende soorten orbitalen, elk met hun eigen vorm en energieniveau, zoals s-orbitalen, p-orbitalen, d-orbitalen en f-orbitalen (volgens oplopend energieniveau). Hoe groter het atoomnummer, hoe meer elektronenschillen en orbitalen nodig zijn om alle elektronen te organiseren.

Waar staat de letters S, P, D, F voor?

De orbitaalnamen s, p, d en f staan voor namen die worden gegeven aan groepen lijnen die oorspronkelijk werden opgemerkt in de spectra van de bepaalde metalen. Deze lijngroepen worden scherp, principieel, diffuus en fundamenteel genoemd.

Het Aufbau-principe stelt dat elektronen eerst de atomaire orbitalen met de laagste energie vullen voordat ze die met hogere energie bezetten. In een andere Verdieping staat tekst en uitleg over het Aufbau-principe    Dit principe is een fundamentele regel en wordt gebruikt om de elektronenconfiguratie van een atoom in de meest stabiele toestand, dit is de grondtoestand,  te voorspellen. De orbitalen worden gevuld in een specifieke volgorde van toenemende energie, die onthouden kan worden met een diagonaalschema:

De schillen worden aangeduid met de letters (K, L, M, N. O, P...) of met de nummers (n=1, n=2, n=3...enz.)

Energieniveau: Een hogere 𝑛-waarde betekent een hoger energieniveau. Elektronen in schil 𝑛=2 hebben meer energie dan die in schil 𝑛=1. Elke schil heeft een strikte limiet aan het aantal elektronen dat erin past, berekend met de formule 2n² 

  • Voor K-schil is het baannummer  n = 1  Het kan dus maximaal 2 x 12= 2 elektronen bevatten.
  • Voor L-schil is het baannummer  n = 2  Het kan dus maximaal 2 x 22= 8 elektronen bevatten.
  • Voor M-schil is het baannummer n = 3  Het kan dus maximaal 2 x 23= 18 elektronen bevatten.
  • Voor N-schil is het baannummer  n = 4  Het kan dus maximaal 2 x 24= 32 elektronen bevatten.

Subschillen 

Elke hoofdschil is verder onderverdeeld in één of meerdere subschillen.

Erwin Schrödinger, een Oostenrijkse natuurkundige die essentiële bijdragen heeft geleverd aan de quantumfysica, beschreef de beweging van elektronen met de golfvergelijking. De Schrödingervergelijking

Ik ga hier tóch even op in. Overigens ook al besproken in m'n andere Verdieping: De quantumfysica van het Periodiek Systeem der elementen

i  is de imaginaire eenheid   Complexe getallen zijn de enige getallen waarvan het kwadraat gelijk is aan -1

ħ de constante van Dirac, ook wel genoemd de gereduceerde constante van Planck

∂Ψ/∂t zijn afgeleiden van golffunctie Ψ (spreek uit psi) en  tijd t van het elektron. De afgeleiden geven aan hoe de golffunctie (en dus de toestand van het elektron) verandert naarmate de tijd verstrijkt. Het geeft de tijdevolutie van de golffunctie.

Ĥ   De Hamiltoniaan beschrijft de totale energie van een systeem, dat wil zeggen, het omvat zowel de kinetische als de potentiële energie.

De linkerkant van de formule beschrijft in woorden: "...de verandering van de golffunctie Ψ over tijd..." – en dat is precies de informatie die ons interesseert. De rechterkant van de vergelijking geeft ons dan de methode om die verandering te berekenen.

Met andere woorden: hoe de golffunctie in de toekomst gaat veranderen, hangt af van wat die golffunctie op dit moment is. D.w.z. waar het elektron in het volgende moment zou kunnen zijn, hangt af van waar het elektron op dit moment te vinden kan zijn.

Het volgende atoommodel is het 'Golfmechanisch model', een alternatief voor het Bohr-model van het atoom en werd voorgesteld door de Oostenrijkse natuurkundige Erwin Schrödinger, de Duitse fysicus Werner Heisenberg en de Franse fysicus Louis de Broglie (uitspraak: [De Breuje]. 

Golfmechanisch Model Mp 4
MP4 bestand – 16,8 MB 0 downloads

Opvulling van Schillen

  • Elektronen: In de meeste atomen vullen elektronen de schillen op in paren met tegengestelde spins ("spin-up" en "spin-down"). Deze paren heffen elkaars magnetische moment grotendeels op. Alleen de ongepaarde elektronen dragen netto bij aan het magnetisme van het atoom.
  • Nucleonen: Op dezelfde manier neigen protonen en neutronen in de kern ook een paar te willen vormen.
What Is The Spin Of A Photon Mp 4
MP4 bestand – 22,1 MB 0 downloads
  • Fotonen hebben wél spin, maar deze is dus anders dan die van elektronen en hebben geen "spin-up" of "spin-down" in de zin van elektronen. Omdat fotonen geen rustmassa hebben, zijn er slechts twee mogelijke spintoestanden langs de voortplantingsrichting, die "polarisatie" genoemd wordt. Fotonen hebben geen massa en bewegen altijd met de snelheid van het licht, waardoor hun ‘spinrichting’ altijd loodrecht staat op hun bewegingsrichting.

Bron video:  Physics Frontier

Fotonen zijn bosonen, wat betekent dat ze niet rechtstreeks worden beïnvloed door elektrische of magnetische velden, in tegenstelling tot geladen deeltjes zoals elektronen, protonen en quarks. Hoewel fotonen spin hebben, bezitten ze geen permanente magnetische moment omdat ze geen lading hebben. De spin van fotonen is 1, dit betekent dat ze na één volledige rotatie van 360° terug te keren naar hun oorspronkelijke toestand. Omdat fotonen massaloze deeltjes zijn, kan hun spinhoeveelheid alleen +1 of -1 zijn. Dit hangt samen met de polarisatierichting van de fotonen: lineair, circulair of elliptisch. De "spinrichting" van een foton is direct verbonden met z'n polarisatie.

Voor fermionen zoals elektronen, zijn de spinprojecties op een bepaalde as: spin-up (+1/2) en spin-down (-1/2). 

Voor spin-1 deeltjes zoals fotonen zijn er drie (eigenlijk twee) mogelijke spinprojecties op een bepaalde as:

  • +1: Dit staat voor een toestand die overeenkomt met een rechtsgepolariseerd foton (right-hand polarized): het elektrische veld roteert met de klok mee gezien vanuit het perspectief van de waarnemer
  •  0: Dit is een toestand die geen directe fysieke betekenis heeft voor fotonen, omdat fotonen altijd gepolariseerd zijn.
  • -1: Dit staat voor een toestand die overeenkomt met een linksgepolariseerd foton (left-hand polarized): het elektrische veld roteert tegen de klok in.

Iets verderop ga ik dieper in op de verschillende typen polarisatie.

What Is Photon Polarization Mp 4
MP4 bestand – 30,8 MB 0 downloads

Polarisatie is een fundamentele eigenschap van een foton, vergelijkbaar met de magnetic spin van een elektron, en beschrijft de oriëntatie van het oscillerende elektrische veld. Dit elektrische veld beweegt samen met een magnetisch veld door de ruimte met de snelheid van het licht. Beide velden staan loodrecht op elkaar en ook loodrecht op de voortplantingsrichting van de golf. Een foton is een lichtdeeltje, maar licht gedraagt zich ook als een golf. De golf heeft een trillingsrichting, en de polarisatie is de oriëntatie van deze trilling.

Linear Circular And Elliptical Polarization Animation Mp 4
MP4 bestand – 16,8 MB 0 downloads

In de circulaire en elliptische polarisatie verwijst de term "rechterhand" (of rechts-circulair/elliptisch gepolariseerd) naar de draairichting van de elektromagnetische golf. 

Als je de golf waarneemt terwijl deze zich van je af beweegt (dus je kijkt in de voortplantingsrichting van de golf), draait de punt van de elektrische veldvector (de draaiende blauwe pijl op de video) met de klok mee. 

De polarisatietoestanden van fotonen beschrijven de oriëntatie van de oscillaties van het elektrische en magnetische veld terwijl het foton zich voortplant. Er zijn drie hoofdtypen polarisatie: lineaircirculair en elliptisch. 

Polarisatie beschrijft de oriëntatie van de oscillaties van het elektrische veld van een lichtgolf, terwijl spin een quantumeigenschap van fotonen is. Voor een foton is de spin nauw verbonden met de polarisatie. De spin altijd uitgelijnd met de bewegingsrichting van het foton. Dit wordt aangeduid als heliciteit. Dit is een eigenschap van deeltjes die de oriëntatie van spin van een deeltje ten opzichte van zijn bewegingsrichting. 

Wanneer gepolariseerd licht (dat willekeurige polarisaties bevat) door een polarisatiefilter gaat, worden de fotonen die door het filter komen, omgezet in fotonen met de specifieke polarisatierichting van het filter. De fotonen die worden geblokkeerd, worden niet gedetecteerd. 

Drie typen polarisatie 

Lineaire polarisatie

  • Het elektrische veld van het licht oscilleert in slechts één vast vlak, loodrecht op de bewegingsrichting van de golf.
  • De golf is het resultaat van de superpositie van een foton in een "linkse" en een "rechtse" spintoestand. De oscillerende beweging blijft in hetzelfde vlak gedurende de voortplanting.
  • Lineair gepolariseerd licht is geen zuivere spintoestand, maar een combinatie van fotonen met linkse (+1) en rechtse (-1) circulaire polarisatie en daarmee spin. 

Circulaire polarisatie 

  • De punt van het elektrische veld draait met een constante snelheid in een cirkel rond de bewegingsrichting van de golf.
  • Er zijn twee varianten:
    • Linkshandig circulair gepolariseerd licht: Correspondeert met fotonen die een spin van +1
    • Rechtshandig circulair gepolariseerd licht: Correspondeert met fotonen die een spin van -1
  • De twee zuivere spintoestanden van fotonen (links- en rechtshandig) zijn direct gerelateerd aan de circulaire polarisatiestaten.

Elliptische polarisatie 

  • Een combinatie van lineaire en circulaire polarisatie. De punt van het elektrische veld beschrijft een ellipsvormige beweging in plaats van een cirkel of een rechte lijn.
  • Elliptische polarisatie is de meest algemene vorm van polarisatie. Lineaire en circulaire polarisatie zijn speciale gevallen van elliptische polarisatie. De mate van ellipticiteit wordt bepaald door de verhouding tussen de amplitudes en het faseverschil van de twee orthogonale componenten van het elektrische veld.
  • Net als lineaire polarisatie is elliptische polarisatie een superpositie van de twee fotonspintoestanden +1 en -1
Hiervóór al aangestipt: Het verschil tussen links- en rechts circulair gepolariseerd licht zit in de draairichting van de elektrische veldvector en de bijbehorende spin van de fotonen. 
Circulaire Polarisatie
Bij circulair gepolariseerd licht roteert de elektrische veldvector rond de voortplantingsrichting van de golf, waardoor een spiraalvormige baan ontstaat. 
  • Rechts circulair gepolariseerd licht (RHCP): De elektrische veldvector draait met de klok mee (rechtsom) wanneer men in de richting van de voortplanting kijkt.
  • Links circulair gepolariseerd licht (LHCP): De elektrische veldvector draait tegen de klok in (linksom) wanneer men in de richting van de voortplanting kijkt. 
Op quantumniveau wordt licht beschreven als een stroom fotonen, waarbij de polarisatie van de klassieke golf overeenkomt met de kwantummechanische eigenschap die spin, of ook wel heliciteit wordt genoemd. Hiermee wordt bedoeld in welke richting hun spin is georiënteerd ten opzichte van hun bewegingsrichting.

Heliciteit

De waarde van de spin van het foton is positief of negatief en is geprojecteerd op de bewegingsrichting van het foton.

  • Rechts circulair gepolariseerd licht bestaat uit fotonen met een specifieke spin (heliciteit +1 in de voortplantingsrichting).
  • Links circulair gepolariseerd licht bestaat uit fotonen met de tegenovergestelde spin (heliciteit -1 in de voortplantingsrichting). 

Net zoals bij elektronen is quantumverstrengeling mogelijk bij fotonen:

  • Wanneer twee of meer fotonen zo met elkaar verbonden zijn, dat ze zich gedragen als één geheel, ongeacht de afstand ertussen. Zodra je een eigenschap van één foton meet, zoals de polarisatie, ken je direct de polarisatie van het andere foton.

Om verstrengeling te begrijpen is enig begrip van superpositie nodig. Superpositie ken je van het tweespletenexperiment. Licht wordt door twee smalle openingen (‘links’ en ‘rechts’) gestuurd en achter die openingen ontstaat een interferentiepatroon. Het ontstaan daarvan is te begrijpen door licht als golf te zien.

Superpositie fotonen

In de quantumfysica kan een foton in een superpositie van meerdere toestanden bestaan. Dit betekent dat een foton niet één specifieke polarisatie heeft, maar tegelijkertijd een combinatie van mogelijkheden is, zoals rechtse en linkse circulaire polarisatie. Pas wanneer de polarisatie wordt gemeten, "kiest" het foton een specifieke toestand.

Met andere woorden: op het moment dat een foton door een polarisatiefilter gaat, wordt de polarisatietoestand gemeten. Deze interactie zorgt ervoor dat de superpositie direct ineenstort tot één enkele toestand (doorgelaten of geabsorbeerde polarisatie), afhankelijk van de oriëntatie van het filter. 

Een veelgebruikte analogie is dat van een draaiende munt: zolang de munt draait, bevindt deze zich in een superpositie van "kop" en "munt". Pas als de munt landt en gemeten wordt, wordt de definitieve toestand (kop of munt) bepaald.

Double Slit Experiment Interference Of Light Mp 4
MP4 bestand – 5,3 MB 0 downloads

Bron: Jan visual physics

Fotonen zijn lichtdeeltjes die zich ook kunnen gedragen als golven.

  • Onvoorspelbaarheid: De uitkomst van een meting aan een enkel foton is onvoorspelbaar. Het foton heeft niet van tevoren een vaste polarisatie of richting; het bevindt zich in een superpositie van mogelijke toestanden.
  • Meting en 'keuze': Wanneer een meting wordt gedaan (bijvoorbeeld met een filter), wordt de superpositie opgeheven. Het foton 'kiest' dan één specifieke toestand, en de kans daarop wordt bepaald door de wetten van de kwantummechanica. Het is de meting die de toestand bepaalt, niet de reis vooraf.

De afwezigheid van magnetic spin van elektronen en de polarisatie van fotonen zou een fundamenteel ander universum creëren, omdat deze eigenschappen cruciaal zijn voor het bestaan van materie en de werking van natuurkundige wetten zoals we die kennen.